Lezen voor de Lijst

   

Didactiek

Een didactische aanpak
De aanpak van Lezen voor de lijst is ontwikkeld door vakdidacticus Theo Witte (Rijksuniversiteit Groningen) en is gebaseerd op zijn proefschrift Het oog van de meester (2008). Een samenvatting van het proefschrift vind je hier.

Witte ontwikkelde zijn aanpak in eerste instantie voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, vandaar de naam Lezen voor de lijst. Inmiddels is het uitgegroeid tot een aanpak voor klas 1 tot en met 6 en bruikbaar voor vmbo, havo en vwo. Met Lezen voor de lijst kun je een doorgaande leerlijn realiseren in het leesonderwijs van onder- en bovenbouw. De aanpak kun je gebruiken naast de methode op jullie school.

Literaire competenties
Een belangrijk begrip in deze aanpak is literaire competentie. Oftewel het vermogen literatuur te lezen, begrijpen en waarderen. Dit vermogen is niet aangeboren, maar moet je stapsgewijs bij leerlingen ontwikkelen. Net zoals een kind op de basisschool eerst de letters moet leren alvorens woordjes te kunnen lezen, zo kun je een middelbare scholier niet zomaar een roman van Harry Mulisch in handen geven. Daarom werkt Lezen voor de lijst met competentie- of leesniveaus.

Uit het onderzoek van Theo Witte blijkt dat literatuuronderwijs effectiever is naarmate het beter aansluit bij het competentieniveau van de leerling. Als een leerling boeken leest die veel te moeilijk voor hem zijn, zal hij ontmoedigd of gefrustreerd raken en uiteindelijk afhaken. Omgekeerd zal een leerling die veel te makkelijke boeken leest, zich snel gaan vervelen. De meeste lezers kiezen genres en schrijvers die ze al kennen en waarderen. Om hun literaire ontwikkeling te bevorderen moet je leerlingen stimuleren om net buiten hun comfortzone te treden en zo telkens een niveau hoger te komen.

Leesniveaus
Een leesniveau is een stadium in de literaire ontwikkeling van jongeren.

  • Voor 12-15 jaar onderscheiden we vijf leesniveaus (van beginnend lezen tot analyserend lezen)
  • Voor 15-18 jaar onderscheiden we zes leesniveaus (van belevend lezen tot academisch lezen).

Een jongere die weinig leest, moet je over de streep trekken en laten ontdekken dat lezen ook leuk kan zijn. Dat doe je door hem boeken te geven die aansluiten bij zijn belevingswereld en interesses. Als die bodem is gelegd, kun je een leerling kennis laten maken met verschillende genres en onderwerpen en zijn eigen leesvoorkeuren laten ontdekken. Weer een niveau hoger leert de leerling dat je via literatuur onbekende werelden kunt verkennen en dat verhalen een ‘diepere betekenis’ kunnen hebben. Geleidelijk ontwikkelt hij een gevoeligheid voor stijl en betrekt hij naast de inhoud ook de literaire vorm in zijn interpretatie. Leerlingen die veel en graag lezen gaan verbanden ontdekken tussen boeken onderling en met andere cultuuruitingen en betrekken ook het historisch perspectief in hun interpretatie. Dat is overigens een niveau dat mensen doorgaans eerder op de universiteit dan de middelbare school verwerven.

Een beschrijving van de leesniveaus
Kijk bij Docenten Nederlands 12-15 jaar en Docenten Nederland 15-18 jaar voor een precieze beschrijving van de leerlingkenmerken en boekkenmerken van elk leesniveau.
Per niveau heeft de redactie van Lezen voor de lijst boeken geselecteerd. Bij een groot deel van deze boeken zijn passende verwerkingsopdrachten voor de leerlingen ontwikkeld. 

De leerling centraal

  • Lezen voor de lijst biedt een didactiek waarin de literaire ontwikkeling van de leerling centraal staat.
  • Het niveau van de individuele leerling is leidend voor wat hij leest en wat hij moet en kan leren. Daardoor ondersteunt Lezen voor de lijst gedifferentieerd onderwijs en houdt het zowel zwakke als sterke leerlingen bij de les.
  • De leesniveaus bieden leerlingen en docenten houvast.
  • Je kunt leerlingen beter uitleggen waarom ze een bepaald boek wel of niet mogen lezen (te moeilijk of te makkelijk voor deze leerling).
  • Leerlingen zien hoe ze kunnen groeien in lezen.