Lezen
Het lezen van boeken is onderdeel van de wettelijke kerndoelen voor Nederlands en van de eindexameneisen havo/vwo. In het vmbo en de onderbouw van havo/vwo staan kennismaking met boeken en leesplezier voorop. In de bovenbouw van havo/vwo draait het om literatuurgeschiedenis en de leeslijst. Havisten moeten acht boeken lezen en vwo'ers twaalf.
Lezenvoordelijst is ontwikkeld door vakdidacticus Theo Witte (Rijksuniversiteit Groningen). Hij ontwikkelde deze didactische aanpak in eerste instantie voor de bovenbouw, vandaar de naam Lezenvoordelijst. Inmiddels is het uitgegroeid tot een didactiek voor klas 1 tot en met 6.
Literatuur leren lezen
Literatuur lezen, begrijpen en interpreteren kun je leren. Dat is het uitgangspunt van Lezenvoordelijst. Het vermogen om literatuur te lezen, ook wel literaire competentie genoemd, is niet aangeboren, maar moet je stapsgewijs ontwikkelen. Net zoals een kind op de basisschool eerst de letters moet leren kennen voordat hij woordjes kan lezen, zo kun je een middelbare scholier niet zomaar een roman van Harry Mulisch in handen geven.
Het geheim van goed literatuuronderwijs is om jongeren boeken te laten lezen die bij hun niveau aansluiten. Als een jongere een boek leest dat veel te moeilijk voor hem is, zal hij ontmoedigd raken en uiteindelijk afhaken. Omgekeerd gaat een jongere zich vervelen als het veel te makkelijke boeken leest. Daarom werkt Lezenvoordelijst met leesniveaus.