Introductie
Safae el Khannoussi (Tanger, 1994) kwam als vierjarig Marokkaans meisje naar Nederland waar haar vader al jaren woonde en werkte. Na haar gymnasiumopleiding studeerde ze politieke filosofie in Amsterdam. Ze doet promotieonderzoek naar de gevangenschap van vrouwen in Marokko tijdens ‘de jaren van lood’. Die benaming, verwijzend naar de loden kogels van de oproerpolitie, staat voor de periode van onderdrukking tijdens het regime van koning Hassan II. Er waren destijds veel, vaak geheime detentiecentra: politieke tegenstanders van het regime werden gevangengezet, er was sprake van marteling en moord. Met de plotselinge dood van de monarch in 1999 eindigde de ernstige repressie en onder zijn opvolger – zijn zoon Mohammed VI – kwamen vele politieke gevangenen vrij. De jaren van lood én de politieke ommezwaai daarna spelen een belangrijke rol in Oroppa, de debuutroman van Safae el Khannoussi. Daar werkte ze naar eigen zeggen zeven jaar aan. De verschijning van de roman in augustus 2024 werd al snel gezien als een literaire sensatie. Het boek kreeg lovende tot laaiend enthousiaste recensies van de critici, al werd dat ook ‘kritiekloze hysterie’ genoemd in HP/De Tijd.

Inhoud
Menig recensent vermeldt in de beoordeling dat de roman ‘onmogelijk na te vertellen of samen te vatten is’. Ook de schrijfster zelf huldigt dat standpunt. Tegen beter weten in toch een poging: de roman draait min of meer om het leven en de verdwijning van Salomé Abergel. Zij is kunstschilder en heeft jarenlang vastgezeten in Marokkaanse gevangenschap waarbij ze ook gemarteld is. Tijdens haar detentie – dertig jaar geleden – heeft ze een zoon gekregen. Na haar vrijlating komt ze via Parijs in Amsterdam terecht. Het verhaal begint wanneer het huis van Abergel in de Amsterdamse Rivierenbuurt bewoond gaat worden door het jonge meisje Hind. Zij werkt in de snackbar van de Tunesiër Lebayed Hbib, een goede vriend (ex-geliefde?) van Salomé. Hbib laat Hind het huis bewonen, omdat Salomé plotseling verdwenen is. Niemand schijnt te weten waarom en waarheen. In de kelder van de Amsterdamse woning van Abergel bevindt zich een kostbare verzameling doeken van de spoorloze Salomé. Hind mag met niemand spreken over de schat aan schilderijen in de kelder. Hbib is in het bezit van Salomés testament. Daarin staat dat haar schilderijen vernietigd moeten worden.
Met dit gegeven als uitgangspunt zet de roman de lezer op een achtbaan van verhalen en gebeurtenissen, met talloze personages en plaatsen van handeling, waaronder regelmatig cafés vol drinkende en blowende outcasts. Zo doet de lezer Parijs aan, waar Salomés zoon Irad een kroeg drijft. De roetsjbaan gaat via andere Europese en Noord-Afrikaanse steden terug naar Amsterdam, maar ook naar de martelkamers in de detentiecentra van het Marokkaanse regime, waar Salomé als jonge vrouw opeens zwanger blijkt. Ze weigert te zeggen van wie, maar de suggestie is dat een van haar beulen haar verkracht heeft. De tijdsprongen in de roman zijn talrijk; voor je het weet, ben je als lezer, dertig jaar na de genoemde gevangenschap van Salomé, op de pont over het IJ in Amsterdam. Op die plek herkent een voormalige folteraar van Salomé zijn vroegere slachtoffer. Deze alcoholistische en terminale Slaoui, die veel aandacht krijgt in het boek, zoekt haar uiteindelijk thuis op. En dan is daar de verhaallijn van de galeriehoudster Hannah Melger die de kunstenares al decennia kent en geïnteresseerd is in de schilderijen van Salomé. Het toneel verplaatst zich naar Tunesië waar Salomé, doodziek door een longaandoening, maar wel kettingrokend en zwaar drinkend, na haar verdwijning uit Amsterdam haar toevlucht heeft gezocht. Ze wordt achtervolgd door Hannah, en zo krijgt de roman tot slot ook nog iets van een actiefilm. De coda wordt gevormd door fragmenten uit ‘de angstcahiers’, geschreven door een vierenzestigjarige dichteres die boven de kroeg van Irad in Parijs woont. Wat heeft deze vrouw met alle verwikkelingen in de roman te maken?

Moeilijkheid
Oroppa is een overrompelend boek. Wie een rechtlijnig, geordend verhaal wil lezen, kan beter niet aan het boek beginnen, want Oroppa is literaire anarchie. Het boek stelt de lezer voor grote begripsproblemen: er zijn veel verwarrende wendingen, de roman wordt bevolkt door een stoet van vaak getroebleerde personages, als lezer reis je in een hoog tempo ogenschijnlijk ongericht door de wereld en door de tijd. De vele vertellingen en verhaallijnen lijken aanvankelijk los van elkaar te staan. Ook zijn er voortdurend gedachten, fantasieën, dromen, herinneringen, hallucinaties, toekomstplannen en soms is niet duidelijk van wie die nu eigenlijk zijn. Is dit boek eigenlijk wel leesbaar? Jazeker: het is het fraaie taalgebruik met acrobatische zinnen én de vaart van de verhalen die de lezer aanjagen en opstuwen om goed door te dringen in de roman. Daarbij hoort een ongewoon advies: probeer niet meteen alles te duiden en te volgen, maar laat je meevoeren op de stroom van gebeurtenissen, verhalen, verbeeldingen, terzijdes en hoofdlijnen om gaandeweg in de roes te geraken van de overweldigende leeservaring die Oroppa te bieden heeft.

Didactische en letterkundige analyse

 

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid

De lezer moet bereid zijn een labyrintische roman binnen te gaan en zelfs na 400 bladzijden geen uitgang te vinden. Openstaan voor een onconventioneel boek met talloze verhalen en figuren, zonder direct alles te willen begrijpen, is noodzakelijk. Het is goed te beseffen dat veel van de personages aan de zelfkant van de samenleving verkeren, waar overmatig alcohol- en drugsgebruik een normale zaak lijkt te zijn. Verder vereisen de realistische herinneringen aan martelpraktijken tijdens het regime van Hassan II, koning van Marokko (tot 1999), incasseringsvermogen van de lezer.   

 

Interesses

Wie van exotische en hallucinerende verhalen houdt, kan goed uit de voeten met deze roman. Kennis van of belangstelling voor de recente geschiedenis van Marokko geeft de lezer houvast. Datzelfde geldt voor interesse in de problematiek van ontheemding van mensen (vooral Noord-Afrikanen) die hun vaderland verlaten en – vaak tevergeefs – een goede toekomst in Europa zoeken. Interesse in vertelcultuur zal ook zeker helpen om dóór te lezen en dit boek op waarde te schatten.

 

Algemene kennis

Enige kennis van de jaren van onderdrukking tijdens het regime van koning Hassan II en besef tegen wie deze repressie gericht was, geeft de lezer steun, maar door de roman heen wordt ook veel verteld over deze jaren van lood. Er worden naast talloze namen van ‘cultuurdragers’ veel topografische aanduidingen gebruikt. Het helpt als de lezer enigszins op de hoogte is van de ligging van de steden en gebieden waarnaar verwezen wordt. Wie weet heeft van ‘de Arabische lente’, die begon in 2011 in Tunesië, kan vooral het deel dat in dat land speelt, beter plaatsen.

 

Specifieke literaire en culturele kennis

De roman noemt erg veel namen van mensen uit de wereld van kunst en cultuur, vooral uit literatuur en beeldende kunst, die voor de gemiddelde Nederlander niet in alle gevallen bekend zijn. Ook uit andere sectoren zoals politiek, filosofie en wetenschap, worden namen genoemd, soms met de achtergrond. Het is niet steeds noodzakelijk deze namen op te zoeken, maar zo nu en dan wat achtergrondinformatie raadplegen, geeft de leeservaring reliëf.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire

Zeer gevarieerd en uiteenlopend van alledaags tot hoogst literair of archaïsch, al naar gelang de setting. Er komen hier en daar woorden in de roman voor die niet tot het vocabulaire van de gemiddelde lezer behoren. Het is goed te bedenken dat sommige begrippen voor mensen met een Arabische of moslimachtergrond een andere gevoelswaarde hebben dan voor mensen met een niet-islamitische achtergrond. Een voorbeeld is het begrip ‘pelgrim’, in het Arabisch ‘hadj(i)’; dat is een soort eretitel voor wie de pelgrimage naar Mekka heeft ondernomen.

 

Zinsconstructies

Vertonen eveneens een grote variëteit. Er zijn passages waarin de zinnen een onontwarbare kluwen van bijzinnen dreigen te worden, maar uiteindelijk toch netjes afgehecht zijn. Daarnaast zijn er alledaagse dialogen, kronkelende gedachtestromen, quasi-toneelteksten, hallucinatoire droombeelden en natuurlijk ook gedetailleerde beschrijvingen van ruimtes, personages, voorvallen. Ondanks de vaak ingewikkelde zinnen houden de verhalen hun vaart, mits de lezer niet te veel stilstaat bij details die niet meteen begrepen worden.

 

Stijl

De stijl is zonder meer van een hoog niveau, door woordgebruik en zinsopbouw, waarbij de schrijfster soms ver lijkt te gaan in woordkunst en stilering. Anderzijds komt de stijl bijna nergens als gemaakt literair over. Over het geheel genomen is Oroppa een roman met een afgewogen stijl met grote zeggingskracht die lezers van verschillende niveaus kunnen waarderen.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters

Het boek telt veel personages. Hoofdfiguren zijn Salomé, haar zoon Irad, de snackbarhouder Hbib, zijn medewerkster Hind. Een belangrijk middendeel van de roman wordt ingenomen door de voormalige beul Slaoui. Vooral in het derde deel speelt de curator Hannah Mergel een rol van betekenis. Tot slot moet ook de schrijfster van de angstcahiers uit de Coda genoemd worden. Zij vertolkt het meest direct de gruwelen uit de jaren van lood.
Er zijn talloze bijfiguren, te veel om op te noemen. Vaak zijn dat ‘mensen met verhalen’. Die verhalen lijken meer van belang dan het personage dat het verhaal vertelt.

 

Aantal karakters

Vele tientallen. Toch kun je de hoofdpersonages gaandeweg wel onderscheiden van de figuren die er iets minder toe doen. Om te voorkomen dat je het spoor bijster raakt, is het raadzaam om niet te proberen alles en iedereen met elkaar in verband te brengen. Meegaan op de stroom van vertellingen lijkt het devies.

 

Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters

Bij de veelheid aan karakters zal de lezer toch naar verbanden zoeken, maar die zijn er niet altijd. Wel van belang zijn in ieder geval de relaties tussen moeder Salomé en zoon Irad, tussen Salomé en Hannah, tussen Salomé en Slaoui. In de loop van de roman komt er meer duidelijkheid over die verhoudingen.
De overige relaties zijn niet onbelangrijk, maar te veel om op te noemen.
Aparte vermelding verdient de rol van de boomlange dichteres uit de angstcahiers. Zij leert in Le Souterrain het meisje Hind kennen, maar het wordt niet duidelijk welke plek deze dichteres inneemt in de roman anders dan als lotgenote van Salomé Abergel. Is zij misschien een alter ego van Salomé?

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning

Voor zover er spanning in het boek zit, moet die gezocht worden in het lot van de schilderijen van Salomé. Die wordt gevoed door de ‘achtervolging’ die curator Hannah Mergel onderneemt om Salomé op te sporen. Daarnaast vraagt de lezer zich misschien af hoe het – na haar wederopstanding in de Proloog – afloopt met Salomé zelf, als zij eenmaal in Tunesië is. Thrillerachtige spanning kent het boek niet, maar de lezer ervaart wel spanning door de drang om ingewikkelde verhaallijnen te willen ontrafelen.

 

Chronologie

Bijna onnavolgbaar. Wie de tijdlijn(en) een beetje in de gaten wil houden, moet steeds erg goed opletten. De hoofdlijn, die begint met de intrek van Hind in het huis van Salomé, wordt vaak onderbroken door verhalen van tweeden en derden uit heden en verleden, waarbij ook nog eens de plaats van handeling snel kan wisselen. Onoverkomelijk is die verbrokkelde chronologie niet voor wie zich concentreert op de verhalen.  

 

Verhaallijn(en)

De hoofdlijn begint met de verdwijning van Salomé. Het meisje Hind neemt haar intrek in het huis van Salomé en krijgt van haar baas Hbib te horen dat er zich in de kelder een schat aan schilderijen van Salomé bevindt. Dat moet geheim blijven.
Tot de hoofdlijn behoort zeker ook wat we via Salomé zelf én via Slaoui te weten komen over haar jaren van gevangenschap (waarschijnlijk 1977-1981). Dan volgt de episode met Slaoui, die Salomé toevallig in Amsterdam ontmoet en haar uiteindelijk thuis opzoekt. Dat is kennelijk voor Salomé het moment om te verdwijnen. Het verhaal verplaatst zich naar Tunesië waar Salomé denkt te gaan sterven (de Proloog bevat een bijna-sterfscène), met in haar testament de opdracht aan Hbib om haar schilderijen te verbranden. Het is echter Irad die dit doet, in het bijzijn van Hind. Via de Tunesiër Azzedine komen we te weten dat Salomé inmiddels gestorven is. Zij heeft echter wel haar testament veranderd.

 

Perspectief

Ingewikkeld. Er treedt weliswaar een verteller op in grote delen van de roman, maar doordat het in het boek wemelt van de breed uitwaaierende verhalen, verdwijnt die alwetende verteller naar de achtergrond om plaats te maken voor degene die uitvoerig aan het woord is.
In de angstcahiers is een ik-verteller aan het woord. Het is de vierenzestigjarige dichteres die boven Le Souterrain woont. Zij blijkt, net als Salomé, slachtoffer te zijn van marteling tijdens de jaren van lood.

 

Betekenis

De roman lijkt om twee thema’s te draaien: de onderdrukking met martelingen (en wat dat voor slachtoffer én folteraar betekent) én de reis of vlucht naar ‘Oroppa’ waar een aanzienlijk deel van de migranten tot ‘het uitschot’ gaat behoren (althans in deze roman).
Het boek is duidelijk over de repressie. Het meest uitgesproken is daarbij het laatste fragment van de angstcahiers van de dichteres. De ‘gezichtsloze’ folteraars voelen zich misschien gemangeld door het systeem, maar ze hebben nooit de keuze gemaakt om niet mee te gaan in het onmenselijke.
Over de manier waarop Europa omgaat met ‘mensen van de overkant’ is het boek ook helder. Vrijwel alle ontheemden uit de roman komen aan de zelfkant terecht. De visie die uit het boek spreekt, is: niemand staat écht buiten de samenleving, ook ontheemden en ontgoochelden niet. Zij zijn, als iedereen, onderdeel van de bevolking van ‘ons’ continent als geheel.

Relevante bronnen voor docenten

 

Vlogboek (YouTube) over Oroppa
Vragen aan de auteur, in: De Groene Amsterdammer
El Khannoussi wint de Libris, op: npo.nl (18:26-31:10)
Recensie in de Volkskrant

Externe leestips

 

Marcel Möring, In Babylon
Kader Abdolah, Het pad van de gele slippers
Tom Lanoye Fort Europa

Auteur docentinfo

 

Jan Erik Grezel