Docenten Nederlands 15-18
| niveau 6 | Godenslaap
Introductie
Erwin Mortier (Nevele, 28 november 1965) is romanschrijver, dichter en essayist. Hij debuteerde in 1999 met de korte roman Marcel, waarvoor hij de Seghers-Literatuurprijs ontving, het Gouden Ezelsoor en de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. Op Marcel volgden de romans Mijn tweede huid (2000) en Sluitertijd (2002). In 2008 verscheen Godenslaap. Met deze omvangrijke roman over de Eerste Wereldoorlog verwierf Mortier de AKO-literatuurprijs 2009. De roman won ook de Tzum-prijs in 2009 voor de beste literaire zin.
Vermeldenswaardig is verder dat Mortier bij zijn research voor Godenslaap stuitte op het oorlogsdagboek van de Amerikaanse verpleegkundige en schrijver, Ellen Newbold La Motte, getiteld The backwash of war. In dit boek laat ze een genadeloos realistisch beeld zien van de oorlog aan het front in Europa. Dit beeld van de werkelijkheid wordt als zo onverkwikkelijk ervaren dat publicatie van dit boek in de Verenigde Staten tot 1934 verboden wordt. Mortier is onder de indruk van haar verhaal en besluit het te vertalen. In 2009 kwam de Nederlandse vertaling uit onder de titel: Het kielzog van de oorlog. Mortier vertaalde nog twee van dit soort romans.
Inhoud
Helena Demont loopt tegen de honderd en blikt al schrijvend terug op haar veelbewogen leven. Ze groeit op in België in een stad aan de rivier, samen met haar homoseksuele broer Edgard. Haar vader is eigenaar van een aantal winkels in de stad. Haar moeder komt oorspronkelijk uit Artesië in Noord-Frankrijk. Ieder jaar trekt het gezin naar Frankrijk om daar de zomermaanden door te brengen in het ouderlijk huis van de moeder. Aan het einde van de zomer in 1914 is het niet mogelijk terug te keren naar huis vanwege het uitbreken van de oorlog. De vader van het gezin verblijft in de stad. Helena groeit op tot jonge vrouw in de jaren tussen 1914 en 1918, vlak achter de frontlinies. Ze leert een Engelse oorlogsfotograaf kennen met wie ze later in het huwelijk treedt. Ze krijgen samen een dochter.
De relatie van Helena met haar moeder is problematisch, evenals later die met haar dochter. De verschrikkingen van de oorlog en de ontluikende liefde zijn onlosmakelijk verbonden vooral omdat Matthew Herbert haar meeneemt op zijn tochten naar het front, waar hij fotoreportages maakt van de vernielde dorpen en verlaten slagvelden. De broer van Helena besluit zich aan te melden voor militaire dienst. Hij raakt in de oorlog ernstig gewond. Naast de mijmeringen van Helena komt de lezer nu en dan wat meer te weten over haar hedendaagse wereld, waarin ze thuis zit en verzorgd wordt door een jonge Vlaams-Marokkaanse vrouw, Rachida.
Moeilijkheid
Het boek kent te veel voetangels en klemmen voor een N4-lezer. De traagheid van de vertelling gepaard aan de stijl van Mortier zal N4-lezers zeker afschrikken.
Leerlingen met N5 zullen de vele impliciete tijdsprongen in de roman wel kunnen volgen, mits zij hun aandacht erbij houden. Aangezien ze bereid zijn om zich in te spannen voor literatuur, zal dit geen probleem vormen. De metaforische stijl van Mortier zal hen meevoeren in de leefwereld van de hoofdpersoon. De hoge leeftijd van Helena zal identificatie in eerste instantie in de weg staan, maar gaandeweg zal de N5-lezer zich kunnen inleven in de gevoelswereld van de oude vrouw, ook omdat Mortier deze zo minutieus beschrijft, zeker waar het alledaagse zaken betreft. Verder kunnen de verhalen van de oude vrouw appelleren aan de relatie van de leerling met de eigen grootouders. Wat lastig zal zijn voor de N5-lezer zijn de vele cultureel-historische verwijzingen en het vocabulaire.
De leerlingen met N6 zullen de historische achtergrond van deze roman en de bijzondere stijl weten te waarderen. Zoals Cyrille Offermans in zijn recensie van Marcel zegt, zouden de zinnen van Mortier afkomstig kunnen zijn uit oudere romans van begin jaren dertig. Dit geldt ook voor Godenslaap. Mortier grossiert daarnaast in beeldspraak. De zeer uitgebreide literaire competentie van de N6-lezer sluit hier goed bij aan. Ook vraagt de roman van de lezers om zich te verplaatsen in een historische periode die andere normen en waarden kende. Door hun belezenheid en hoog ontwikkelde algemene kennis zal dit eerder een uitdaging dan een obstakel vormen.
Wat N6-lezers verder zal aanspreken is de trage stroom van gedachten en associaties gekoppeld aan de gelaagdheid en complexe structuur. Als lezer word je door de schrijver meegevoerd naar een binnenwereld waar herinneringen niet lineair en als brokstukken opgedolven worden. Uit deze fragmenten moet de lezer het verhaal reconstrueren en interpreteren. Daarbij zal kennis van andere literaire werken over de Eerste Wereldoorlog van pas komen. Iets wat de lezer van dit niveau tot slot zal uitdagen is de brede literair-historische kennis die verondersteld wordt.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid |
Dit boek beslaat meer dan 400 pagina's. Wat inspanning vergt is de hoge leeftijd van de ik-persoon gekoppeld aan de poëtische stijl van Mortier. |
|
Interesses |
De prille liefdesrelatie die min of meer centraal staat zal zeker boeien, ook gezien de lastige omstandigheden waaronder deze opbloeit. De associatieve manier van schrijven vergt veel van de concentratie van de lezer. Leerlingen die meer van actieverhalen houden moeten dit oorlogsboek pertinent niet lezen. |
|
Algemene kennis |
Dit boek veronderstelt veel cultureel-historische kennis bij de lezer. Dit zal waarschijnlijk voor N6-lezers een uitdaging zijn. De N5-lezers zullen hiermee problemen kunnen hebben, in de zin dat begrippen als de val van Troje en de vleugels van Nike, dies irae en een verwijzing naar het bloed aan de deurposten van de Israëlieten in Egypte hun eerder als een obstakel voorkomen in het verhaal dan als een verdieping. |
|
Specifieke culturele en literaire kennis |
Deze is niet noodzakelijk om het verhaal te kunnen volgen. Maar kennis van de klassieke oudheid (met name van de Griekse mythologie) en van bijbelse verhalen kan wel bijdragen aan een beter begrip van het verhaal. Ook kennis van Hugo Claus' magnum opus Het verdriet van België kan daaraan bijdragen, door de thematische overeenkomsten tussen beide werken. Vergevorderde N5-lezers krijgen met dit boek de kans hun letterkundige manier van lezen verder te ontwikkelen. |
Vertrouwd met literaire stijl |
Vocabulaire |
Mortier gebruikt veel beeldspraak en zijn taalgebruik is gedateerd te noemen. Harpij, wade, grotesk, affront, schrapnel, cache-pot, zerp, bigot, serge, wegel, nervatuur, obus, versteven, regaal, embonpoint, monkeling, vestimentair en precieus zijn enkele voorbeelden hiervan. Dit soort woorden komt frequent voor. De leerlingen zullen een woordenboek bij de hand moeten houden. |
|
Zinsconstructies |
De zinnen zijn soms erg lang en doen archaïsch-poëtisch aan, alsof ze uit een Homerisch gedicht stammen: 'Maar als wij ons ieder jaarlijks aan het einde van de lente met de trein naar zee begaven, zoals iedereen die zich de luxe van een paar vrije dagen kon permitteren, leek dat land zo klein, zo petieterig, dat het gedaver van de locomotief en de rijtuigen zich door de bodem scheen voort te zetten tot aan de grenzen, alsof het niet meer was dan een natie van bordkarton, een geschilderde achtergrond voor een groepsportret of het achterplan van een operette.' (blz. 67) De bereidheid van N5-lezers om kennis te nemen van gedateerde literaire conventies wordt danig op de proef gesteld. Een beginnend N5-lezer wordt Godenslaap ontraden. |
|
Stijl |
De schrijfstijl is beeldend, met vaak breed uitgesponnen vergelijkingen, metonymia en metaforen. Deze stijl kan een struikelblok vormen voor N5-lezers. Tegelijk kan deze stijl de lezer ook uitdagen om zich dieper in de leefwereld te begeven van de hoofdpersoon die uit een andere era stamt. Af en toe komen korte zinnen Engels of Frans in de roman voor. |
Vertrouwd met literaire procédés |
Actie |
Het boek ontbeert spannende gebeurtenissen. Alleen de bezoeken aan het front zijn redelijk spannend, maar echte 'harde actie' is afwezig. |
|
Chronologie |
Het verhaal wordt verteld als een serie flashbacks, waarbij verschillende periodes in het leven van de hoofdpersoon passeren. De nadruk ligt op de periode van de Eerste Wereldoorlog. Telkens keert de hoofdpersoon terug naar het heden, waarin zij hulpbehoevend is en aan het einde van haar leven staat. |
|
Verhaallijn(en) |
Heden en verleden wisselen elkaar af. Het verhaal van het heden is niet uitgediept. De hoge ouderdom en de daarmee gepaard gaande lichamelijke ongemakken ondersteunen hooguit het feit dat de hoofdpersoon met haar hoofd in het verleden leeft. |
|
Perspectief |
Helena treedt op als ik-verteller (grotendeels een vertellend ik, slechts hier en daar een belevend ik). De laatste pagina's verschuift het perspectief naar Rachida, die daar aan Helena het verhaal vertelt van haar overgrootvader Saïd. De vertelwijze zal voor de lezer geen problemen opleveren. |
|
Betekenis |
De N5-lezer kan het verhaal puur lezen als een biografisch verhaal van een oude vrouw, waarin de Eerste Wereldoorlog en de eerste liefde een grote rol spelen. De N6-lezer zal met enige hulp de maatschappijkritiek opmerken die impliciet in het boek wordt geuit. |
Vertrouwd met literaire personages |
Karakters |
De hoofdpersoon is Helena Demont. Belangrijke bijfiguren zijn haar moeder, haar homoseksuele broer Edgard en haar echtgenoot, Matthew Herbert. |
|
Hoeveelheid |
Het aantal personages blijft beperkt en vormt nergens een belemmering. |
|
Ontwikkeling |
De verhouding tussen de jonge Helena en haar familieleden en de meid lijkt begrijpelijk. De relatie tussen Helena en haar moeder is gecompliceerd, evenals die tussen Helena en haar dochter. |
Relevante bronnen voor docenten |
|
www.erwinmortier.be | Website van de schrijver Frank Hellemans, Erwin Mortier - Godenslaap', in: Knack, 15 oktober 2008. |