Docenten Nederlands 15-18
| niveau 5 | Dood weermiddel en andere verhalen
Introductie
F.B. Hotz leefde van 1 februari 1922 tot 5 december 2000. Hij was een belangrijk deel van zijn leven trombonist in diverse jazzgezelschappen. Al vroeg ambieerde hij het schrijverschap in de traditie van J. van Oudshoorn, een illusieloos naturalist. Maar pas op latere leeftijd, in 1974, debuteerde hij met het verhaal 'De tramrace' in het literaire tijdschrift Maatstaf, doordat hijzelf niet in de gaten had hoe goed hij kon schrijven. Daarna publiceerde hij zeven verhalenbundels en een roman, die in 1979 werden uitgegeven in zijn verzameld werk Het Werk. Hij heeft veel last gehad van een toenemende blindheid als gevolg van de ziekte de bof in zijn jeugd. In 2011 verscheen een biografie van Aleid Truijens over de schrijver: Geluk kun je alleen schilderen: F.B. Hotz - Het leven.
Inhoud
In Dood weermiddel staan twaalf verhalen van sterk uiteenlopende inhoud. Er zijn ronduit spannende verhalen zoals 'De tramrace' en 'Vrouwen winnen', maar veel andere verhalen geven een beeld van de levens van personages in heel andere tijden dan waarin wij leven: een ingenieur die met hartstocht aan een verdedigingswerk in de linie om Amsterdam werkt, maar die door de moderne tijd wordt ingehaald, een meisje dat door de dood van ouders en broers wordt opgevoed bij hardvochtige familieleden, een familie die door alle politieke gebeurtenissen in de jaren dertig steeds onrustiger toeleeft naar het begin van de nieuwe wereldoorlog, een jongen die met minachting terugziet op zijn eigen rol in de Tweede Wereldoorlog, een kleinzoon die een standbeeldje opricht voor zijn geliefde grootvader. Hotz neemt de lezer mee in de levens van heel uiteenlopende mensen in heel verschillende tijden.
Moeilijkheid
Voor de N4-lezer is het lastig om Dood weermiddel te lezen. Dat komt door het taalgebruik van Hotz, door de gekozen perspectieven in de verhalen en door het tijdsbeeld in de verhalen, wat nogal veel vergt van de jonge lezer. De chronologie is echter meestal wel eenvoudig en er komen ook nauwelijks flashbacks in voor. Daarbij is het uitdagend om door te dringen in de leefwereld van personages die meestal zorgvuldig worden getekend.
De N5-lezer zal geboeid kunnen zijn door de effecten van het gekozen perspectief. Ook de werking en terugkeer van abstracte motieven, het gebruik van leidmotieven en de stijl van Hotz kan een uitdaging zijn voor deze lezer.
De N6-lezer zal zich uitgedaagd voelen na te denken over het wereldbeeld en de visie op de mens die uit de verhalen naar voren komt. Hij zal beslist nog wel moeite moeten doen door te dringen in het taalgebruik van Hotz, maar dat zal ook plezier kunnen opleveren.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten (om tekst te kunnen begrijpen) |
Bereidheid |
Dood weermiddel vraagt van de N5-lezer en zelfs van de N6-lezer een behoorlijke bereidheid, zowel door de omvang van de verhalenbundel als door de onderwerpen, de gekozen hoofdpersonages, de tijd waarin de verhalen zich afspelen als door de grote kennis die gevergd wordt van historische achtergronden en relevante nieuwsfeiten uit de beschreven periodes. De thematiek van de twaalf verhalen sluit niet direct op de belevingswereld van jongeren aan. Enkele verhalen, zoals 'Vrouwen winnen', 'De gladiator'en 'Tekens' staan door beschreven personages en gebeurtenissen dichter bij jongeren. De verhaaltitels zijn niet ondoorgrondelijk, soms wel prikkelend ('Vrouwen winnen'). |
|
Interesses |
De verhalenbundel zal vooral leerlingen aanspreken die zin hebben zich te verplaatsen in de sfeer en de historische achtergrond van de beschreven tijdsperioden, variërend van begin negentiende eeuw tot de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw. Een tweede aspect is de verhouding tussen mannen en vrouwen in de genoemde tijdsperioden. |
|
Algemene kennis |
De verhalen doen een sterk beroep op algemene kennis. Daarnaast zal de lezer geregeld moeite moeten doen bepaalde gegevens op te zoeken, zowel wat betreft historische achtergrondfeiten (het titelverhaal heeft betrekking op de Stelling van Amsterdam) als kennis van voorwerpen en gebruiken uit een bepaalde tijd (bijvoorbeeld in 'Het jubileum'). Het kennisniveau ligt op dat van een intensief krantenlezer uit de beschreven periode, die niet alleen kennis heeft van alle nieuwsfeiten, maar ook de achtergronden en interpretaties kent. Het is mogelijk om door enige inspanning tot die kennis door te dringen. |
|
Specifieke culturele en literaire kennis |
De literaire complexiteit van de verhalen is wisselend. In 'De tramrace' is sprake van een surrealistische wending die samenhangt met de werking van het perspectief. Onervaren lezers zullen niet begrijpen wat er precies gebeurt of geïrriteerd raken door de vreemde wending. Enige godsdienstige kennis is daarnaast ook handig. Er wordt wel veel geappelleerd aan specifieke tijdgebonden gebruiken en manieren van doen. Kennis van architectuur (behang van Berlage in 'Het jubileum'!), muziek (jazz in 'Een verschil van touché') en kunst verhoogt het begrip van de verhalen en het leesgenot. |
Vertrouwd met literaire stijl |
Vocabulaire |
Het taalgebruik zal door leerlingen, zelfs met de literaire competentie van niveau 5, moeilijk worden gevonden. Het is niet mogelijk de verhalen en alle elementen eruit goed te begrijpen zonder nu en dan het woordenboek te raadplegen. Zelfs een hooggeletterd publiek, niveau 6, volwassen en zeer belezen, loopt tegen begrippen en termen op die hij niet kent. Zo wenkt een hoofdpersoon een 'aapje', waarmee de koetsier van een rijtuig wordt bedoeld. |
|
Zinsconstructies |
De zinsbouw is over het algemeen complex; Hotz gebruikt geregeld tangconstructies en ook andere manieren om veel te zeggen met weinig woorden. De zinsdeelvolgorde is vaak ongebruikelijk. De moeilijkheidsgraad ervan wisselt overigens sterk tussen de verschillende verhalen. |
|
Stijl |
Er komt weinig dialoog in voor. Hotz gebruikt regelmatig beeldspraak (als-vergelijkingen) in zijn verhalen. Hij gebruikt vaak lange zinnen, moeilijke en verouderde woorden en ironie, soms in combinatie: 'Ook onderdrukte hij een bijkans surrealistisch beeld, opgeroepen door het Festschrift, want dat leek hem nu wel al te ongepast op zo korte afstand van Ida met haar eschatologisch probleem.' |
Vertrouwd met literaire procédés |
Actie |
Over het geheel genomen vertonen de verhalen weinig actie; sommige, zoals 'Vrouwen winnen', wat meer. In sommige verhalen ontstaat er spanning door de aard van de gebeurtenissen, zoals in 'De tramrace'. |
|
Chronologie |
Er zijn geen grote sprongen in de tijdsweergave; er worden ook nauwelijks flashbacks gebruikt. |
|
Verhaallijn(en) |
De verhaallijn is niet complex. Meestal wordt er eenvoudig één bepaalde kwestie ontrold. Bij sommige verhalen, zoals 'De tramrace' heb je te maken met een psychologische verhaallijn en een verhaallijn die zich concentreert op de gebeurtenissen (de race). |
|
Perspectief |
Het perspectief is meestal auctoriaal of personaal. Daarmee is het vrij eenvoudig voor de N4-, N5- en N6-lezers. Soms wordt het vertellend ik-perspectief gebruikt: eenmaal om een vrij uitvoerige bekentenis van de ik-persoon over diens gebrek aan heldhaftigheid in de Tweede Wereldoorlog weer te geven ('De gladiator'), eenmaal om vanuit de kleinzoon-ik een uitgebreid portret van een grootvader neer te zetten ('Het jubileum'). Ook dat is vrij eenvoudig. |
|
Betekenis |
In ieder verhaal worden behoorlijk complexe verhoudingen tussen personages weergegeven, gesuggereerd, gemeld door sommige personages en weersproken door andere. Kortom: het vereist een al enigszins volwassen kijk op de wereld en op mensen om alle subtiliteiten in de weergegeven menselijke verhoudingen door te hebben. Uit literair-kritische hoek klinkt wel eens het geluid dat Hotz vrouwonvriendelijk zou schrijven. Het is interessant om na te gaan of dit zo is. |
Vertrouwd met literaire personages |
Karakters |
De personages zijn complex en het vereist zorgvuldig lezen om hun overwegingen en gedachten op waarde te schatten. Een enkel verhaal ('Vrouwen winnen') is iets eenvoudiger. |
|
Hoeveelheid |
In ieder verhaal komen veel verschillende personages voor, die verschillend van aard zijn en uiteenlopend handelen. Het aantal personages is beperkt; ze staan steeds in directe relatie tot de hoofdpersoon; er zijn geen nevenplots. |
|
Ontwikkeling |
De aard van het werk, een verhalenbundel, maakt dat karakters zich niet erg ontwikkelen. Voor een verhalenbundel echter komt er redelijk wat karakterontwikkeling in voor. In 'De gladiator' bijvoorbeeld wordt de meedogenloze zelfkritiek van een weinig heldhaftige jongeman in de Tweede Wereldoorlog weergegeven. Toch ontwikkelt hij zich van een observerende buitenstaander tot iemand die ook meedoet. Ook de echtgenoot in 'Dood weermiddel' verandert gaande het verhaal. |