Docenten Nederlands 15-18
| niveau 5 | Clausewitz
Introductie
Joost de Vries (1983) heeft journalistiek en geschiedenis gestudeerd. Hij werkt als kunstredacteur bij De Groene Amsterdammer. In nrc.next staat elke dinsdag een column van zijn hand. Als recensent van De Groene Amsterdammer kreeg hij heel veel boeken onder ogen. Hij zei daarover: 'Dan zie je hoe je het niet wilt doen. De norm is de roman als a good read: een makkelijk te volgen, bijna lineair verteld verhaal. De terreur van Herman Koch zou je dat kunnen noemen. Daar is op zich niets mis mee, want heel veel mensen willen zulke boeken lezen. En steeds meer schrijvers gaan ook zo schrijven, in de hoop dat ze ook een bestseller zullen fabriceren. Ik wilde opvallen, een boek schrijven dat nog niet bestond.' Dat is dus Clausewitz geworden, de roman waarmee De Vries in 2010 debuteerde. De meningen over het boek zijn verdeeld: van de ene kant wordt De Vries beschuldigd van plagiaat, door anderen wordt hij uitgeroepen tot 'de nieuwe Mulisch'. Elsbeth Etty noemt Clausewitz een roman die qua stijl, spanning, taalgebruik, metaforiek, eruditie en humor De ontdekking van de hemel naar de kroon steekt.
In 2013 verscheen De Vries' tweede roman: De republiek, die in 2014 bekroond werd met de Gouden Boekenuil. In 2017 publiceerde De Vries zijn derde roman: Oude meesters.
Inhoud
De jonge, ambitieuze Tim Modderman werkt aan een proefschrift over de schrijver Ferdynand LeFebvre. Deze LeFebvre was ooit een cultfiguur, met een klein maar bijzonder oeuvre; eind jaren zeventig is hij opeens spoorloos verdwenen. Tim beschikt over de correspondentie tussen zijn overleden vader en LeFebvre; hij hoopt hiermee het geheim van LeFebvre te kunnen ontrafelen. We volgen Tim op zijn zoektocht, die hem langs een voorbije generatie schrijvers en kunstenaars voert. Het boek eindigt op het Griekse eiland waar LeFebvre voor het laatst gezien is.
Moeilijkheid
De grootste moeilijkheid zal zijn dat de lezer van dit boek steeds met de grenzen van zijn referentiekader wordt geconfronteerd. Weinig lezers zullen over de encyclopedische kennis beschikken die hier verondersteld lijkt. Daar komt nog bij dat de schrijver de scheidslijn tussen werkelijkheid en fictie met groot gemak overschrijdt: het hele boek draait om een niet-bestaande schrijver, met een gefingeerde biografie en een fictief oeuvre, waaruit bedrieglijk realistisch geciteerd wordt. Het lezen van deze roman houdt het midden tussen het oplossen van een cryptogram en het spelen van Mastermind; daar moet je van houden, én je moet het gevoel hebben dat het je gaat lukken.
Aangezien Clausewitz een postmoderne roman is, moet de lezer zich instellen op verwarrende informatie en vragen die heel laat of zelfs helemaal niet beantwoord worden. De lezer moet niet te snel afhaken als hij de draad kwijtraakt - dat hoort nu eenmaal bij het lezen van een postmoderne roman. Hij moet een doorzetter zijn, want het is maar de vraag of het verhaal spannend genoeg is; het boek doet eigenlijk geen beroep op gevoel of inlevingsvermogen.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Lezers vanaf N4 zullen weinig moeite hebben om aan dit boek te beginnen. Het leest direct vlot weg en het is duidelijk van deze tijd (de titel en de oorspronkelijke omslagillustratie kunnen de lezer op het verkeerde been zetten). Al snel wordt het lezen een intellectuele uitdaging; de lezer moet behoorlijk nieuwsgierig en geduldig zijn. De auteur beproeft de lezer wel tot het uiterste door zó veel aan de orde te stellen waarvan deze het fijne niet zal weten. Aangezien Clausewitz een postmoderne roman is, moet de lezer zich instellen op verwarrende informatie en op vragen die heel laat of zelfs helemaal niet beantwoord worden. Niet elke N4-lezer zal hiermee kunnen omgaan. |
Interesses | Het gegeven van een zoektocht naar een verdwenen beroemdheid zal de meeste lezers wel kunnen boeien. Ook de thema's plagiaat en wetenschapsfraude, en de relationele verwikkelingen zijn interessant genoeg. | |
Algemene kennis | Dit is de achilleshiel van dit boek: de enorme hoeveelheid feiten (en non-feiten) die de lezer kan uitdagen, maar ook kan verlammen. Lezers die altijd op zoek zijn naar meer kennis, zullen dit boek waarderen, al moeten ze ook gefingeerde informatie kunnen verdragen. De lezer moet niet te snel afhaken als hij de draad kwijtraakt - dat hoort nu eenmaal bij het lezen van een postmoderne roman. Wie belangstelling heeft voor filosofische vragen, voor (moderne) geschiedenis en literatuurwetenschappelijk onderzoek, wordt hier op zijn wenken bediend. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Lezers vanaf N4 zullen het bedrieglijke spel met de feiten (wat is waarheid? wat is fictie?) kunnen waarderen. Dit boek bepaalt de lezer nadrukkelijk bij zijn literatuuropvatting. Het zal de lezer helpen als hij al enige kennis van of ervaring met het postmodernisme heeft. Het boek is een flinke test voor het referentiekader van de lezer: weet jij wie Clausewitz was? Lee Harvey Oswald? Tarantino? LeFebvre? Wat weet je nog van Bush' War on terror? Sommige dingen zal de lezer moeten of willen opzoeken - om vaak te ontdekken dat de feiten bedacht zijn. Dat de schrijver in dit boek ook Mulisch en zijn vriendenkring beschrijft, zal de meeste lezers ontgaan; het is ook niet onmisbaar voor een goed begrip van het boek. |
|
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Het boek is geschreven in moderne taal, en mikt duidelijk op intelligente lezers. |
Zinsconstructies | Idem | |
Stijl | Jonge lezers zullen zeker gecharmeerd zijn van het eigentijdse taalgebruik, vol verwijzingen naar hun werkelijkheid. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | De personages zijn voor lezers van elk niveau duidelijk genoeg getekend. |
Aantal karakters | Het aantal personages rond de ik-figuur is goed te overzien, maar op de zijsporen komen we heel wat personages tegen. Dat kan het voor de lezer wel ingewikkeld maken. LeFebvre is het grote afwezige personage. | |
Ontwikkeling van de karakters | We leren de ik-figuur behoorlijk goed kennen, maar ook bij hem is er geen sprake van echte karakterontwikkeling. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | De lezer moet behoorlijk actief zijn om de greep op het verhaal niet te verliezen. De hoofdlijn is helder, maar de lezer komt onderweg vele zij- en dwaalsporen tegen. |
Chronologie | De grote lijn wordt in hoofdzaak chronologisch verteld. | |
Verhaallijn(en) | De hoofdlijn (het onderzoek en de zoektocht van de ik-figuur) wordt omgeven door secundaire lijnen (over LeFebvre en mensen uit zijn entourage), filosofieën en teksten van andere makelij. | |
Perspectief | In de hoofdlijn is er een ik-perspectief. Passages waarin de ik-figuur zijn onderzoek presenteert, worden auctoriaal en 'objectief' gebracht. | |
Betekenis | Het is voor lezers van elk niveau bijzonder lastig om uit de wirwar van gegevens en gedachten een samenhangende betekenis te destilleren. Hoe beter de lezer kan leven met onbeantwoorde vragen, en hoe meer hij openstaat voor het abstracte, intellectuele spel, des te beter zal het boek voldoen. |