Lezen voor de Lijst

Docenten Nederlands 15-18

 | niveau 4 | Joe Speedboot

Introductie

Tommy Wieringa (20 mei 1967) publiceerde in de tien jaren voorafgaand aan de publicatie van Joe Speedboot al drie romans, waarvan Alles over Tristan in 2002 werd bekroond met de Halewijnprijs. Joe Speedboot werd bekroond met de Ferdinand Bordewijkprijs en genomineerd voor vele andere prijzen.
In recensies wordt vaak Wieringa's aanstekelijke verteltrant geroemd, de humor, de beeldenrijkdom en de ongebreidelde fantasie die toch niet ongeloofwaardig wordt.

Inhoud

Let op: onderstaande tekst bevat belangrijke details over de afloop van het verhaal.
Fransje Hermans, 3 vwo, is zwaar gehandicapt door een ernstig ongeluk. Zijn wereld op de middelbare school en daarbuiten verandert totaal door twee nieuwkomers in het rivierdorp Lomark: de lefgozer, bommenlegger, vliegtuigbouwer en gangmaker Joe Speedboot en de beeldschone Picolien Jane uit Zuid-Afrika. Samen met Engel Eleveld en Christof Maandag vormen zij een hechte vriendengroep, waarin Fransje wel altijd de buitenstaander en observator blijft. Joe wordt zijn grote idool, PJ zijn grote droom. In het eerste deel, 'Penseel', is Fransje het sterkst de observerende buitenstaander. Zijn moeder koestert en verzorgt hem, zijn vader weet nauwelijks vorm te geven aan zijn verhouding met deze gehandicapte zoon. Met zijn broers Dirk en Sam heeft Fransje al helemaal geen bevredigende verstandhouding. In het tweede deel, 'Zwaard', weet Joe hem uit zijn lethargie te halen door hem op te leiden tot Frans de Arm, de armworstelaar die in België en Duitsland grote prijzen in de wacht weet te slepen. Zijn ontmoeting met de onbetwiste nummer één op dit gebied wordt hem fataal: Fransje breekt zijn arm. Engel sterft op vreemde wijze in Parijs, PJ verraadt Joe en trouwt met Christof, die ze vervolgens bedriegt door geregeld met Fransje naar bed te gaan.

Moeilijkheid

Het boek is niet moeilijk om te lezen: de geschiedenis wordt lineair verteld en bestrijkt een overzichtelijke periode uit het leven van de groep vrienden van Fransje Hermans. De N3-lezer vindt er veel in waarover hij kan nadenken: psychologische problemen die ontstaan wanneer je op je vijftiende ernstig gehandicapt raakt, het ontstaan van vriendschappen en het gevoel buitenstaander te zijn, liefde en verraad in de vriendenkring. Moeilijker zijn de soms existentiële filosofieën waaraan hoofdpersoon Fransje zich overgeeft; hierin zullen N4-lezers zich wellicht meer herkennen. Ook de strekking van het motto en de levensgang van Fransje naar model van dit motto zal hen aanspreken. N4- en N5-lezers zullen ook geboeid kunnen raken door de vele verwijzingen naar bijvoorbeeld de Bijbel, en andere aanduidingen van hogere en lagere cultuur, van een kunstprogramma op Radio 1 tot een popsong van Meatloaf. Daarnaast worden schrijven, schrijverschap en de verhouding tussen verhalen en werkelijkheid aan de orde gesteld. Technisch valt er ook genoeg te beleven op N4- en N5-niveau: Wieringa maakt intensief gebruik van leidmotieven om verhaalmotieven te onderstrepen.
Het taalgebruik is heel divers: er wordt zowel heel vlot, soms banaal taalgebruik gehanteerd als heel gecultiveerd en verheven.

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid Een N3-lezer zal het boek dik vinden (316 pagina's); het oorspronkelijke omslag roept raadsels op en is niet direct uitnodigend. De flaptekst op de eerste uitgave bevat veel moeilijke woorden. De titel kan een flauwe, kinderachtige associatie oproepen; misschien zien meisjes er daardoor ook een jongensboek in. De belofte van actie, avontuur en humor kan de lezer over de streep trekken. Eenmaal aan het lezen zal de lezer door de vele open plekken in spanning worden gehouden en verder lezen. Ten slotte biedt het boek de gelegenheid van personages te gaan houden. 
  Interesses Leerlingen die geïnteresseerd zijn in het wel en wee van hun leeftijdsgenoten zullen zeer geboeid raken door het verhaal. Nieuwe kinderen in de klas, op school, in je woonplaats zijn altijd spannend. Vriendschappen sluiten, verliefdheden zien ontstaan en verdwijnen horen bij de 'core-business' van de jonge adolescent. Joe Speedboot zal ook die leerlingen boeien die graag over het leven, hun vrienden en zichzelf nadenken.
  Algemene kennis Joe Speedboot is zo'n boek dat precies aansluit op de kennis en beleving van leerlingen van het voortgezet onderwijs. Kennis van de wereld en van schoolvakken op dat niveau is van belang voor een goed begrip van het verhaal. 
  Specifieke literaire en culturele kennis De wijze van vertellen en het gekozen perspectief zijn niet gecompliceerd. Wel werkt Wieringa veel met leidmotieven en met beelden; deze zijn bepalend voor de structuur en betekenis van het verhaal. Zo ligt alleen al het motto ten grondslag aan de basisstructuur van het boek en de ontwikkeling van de hoofdpersoon. Daarnaast zijn er veel verwijzingen naar zowel hogere als lagere cultuur. Enige Bijbelkennis zal het leesplezier en het begrip van het verhaal zeker verhogen.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire Het taalgebruik varieert van banaal naar verheven. Het is opvallend gevat, kleurrijk, beeldend.
  Zinsconstructies De zinsbouw in Joe Speedboot is steeds helder, overzichtelijk, ook in de samengestelde zinnen. Korte staccatozinnen en langere wisselen elkaar af. N3-, N4- en N5-lezers zullen er geen enkel probleem mee hebben.
  Stijl Opvallend is de alineastructuur: Wieringa's alinea's zijn compacte eenheden, vaak zelfs met een clou aan het einde. Dit versterkt de stijl, heeft een dynamisch effect. Het hele boek heeft een sterk ritme; de stijl sluit aan bij de afwisseling in actie en contemplatie in Fransjes leven. 

Vertrouwdheid met literaire karakters

Karakters Het zijn maar enkele karakters waarin je inzicht krijgt: Fransje de hoofdpersoon, en, al diffuser, in de belangrijkste bijpersonen Joe en PJ. Aan Christof en Engel wordt minder aandacht besteed. Van Fransje leer je gevoelens, gedachten en uitingen intensief kennen. De anderen neem je waar vanuit Fransjes perspectief en optiek, met oordelen en al. 
  Aantal karakters Het aantal karakters is klein; de overzichtelijkheid maakt het gemakkelijk voor alle niveaus. Wel zal het voor N3- en N4-lezers lastig kunnen zijn feit en oordeel inzake de bijpersonen goed te scheiden. De bijfiguren in het verhaal maken het verhaal niet moeilijk.
  Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters Door de eenvoud in chronologie en vertelwijze doet de ontwikkeling van de karakters heel natuurlijk aan; alle lezers zullen dit ervaren als 'met de personages mee op leven'. Fransjes metamorfose van lezer/schrijver/filosoof naar doener/vechter wordt al heel lang aangekondigd en voorbereid door vooruitwijzingen. Ook in de ontwikkeling van de anderen kan de lezer zich goed inleven. Alleen de dood van de aardige Engel komt wat rauw en onvoorbereid.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning Er komt veel actie voor in het boek; deze gaat gepaard met afwisseling in binnen- en buitenscènes. Actiemomenten worden heel spannend beschreven: ideaal voor de N3-lezer, maar ook aantrekkelijk voor de hogere niveaus.
  Chronologie De hele geschiedenis wordt chronologisch verteld, en bestrijkt ongeveer vijftien jaren. Seizoenen worden weergegeven, sprongen in de tijd gemarkeerd met enkele woorden. Sommige gegevens (het ernstige ongeluk dat heeft geleid tot Fransjes handicap bijvoorbeeld) worden verteld in een flashback. 
  Verhaallijn(en) Er is in feite maar één verhaallijn. Even wordt die 'verdubbeld' wanneer Fransje leest in de roman die de schrijver Metz heeft gewijd aan PJ. Op die manier geeft Wieringa de lezer in een andere stijl informatie over haar. Vooral de N5-lezer zal deze truc waarderen. 
  Perspectief Het verhaal wordt wisselend in belevend, maar meestal beschouwend ik-perspectief verteld. In die wisseling zit geen regelmaat. Deze techniek levert voor geen enkel leesniveau problemen op.
  Betekenis Voor zowel N3-, N4- als N5-lezers worden er veel belangwekkende inhouden aan de orde gesteld. Het boek biedt de mogelijkheid zich in te leven in hoe het moet zijn niet langer meer onbekommerd deel uit te maken van een vriendengroep, doordat je met de meeste activiteiten niet kunt meedoen. Dan zijn er alle vragen die op de leeftijd van middelbare scholieren van levensbelang zijn: wie ben ik? Wat stel ik voor tegenover de anderen? Wie zijn mijn vrienden? Zien ze mij ook als vriend? Nemen ze mij serieus? Door de positie waarin Fransje zich bevindt ziet hij heel scherp hoe vriendschappen van anderen zich ontwikkelen. Hoe zit de wereld van volwassenen in elkaar? Deugen ze wel? Wat te denken van die dommige religieuze praatjes van pastor Nieuwenhuis? Daarnaast biedt het verhaal de gelegenheid om inzicht te krijgen in verraad in vriendschap, in seksualiteit, overspel en wraak. Ten slotte geeft het vorm aan de oude vraag: Wat is de zin van het leven?

Relevante bronnen voor docenten

  roosdesnaeck.wordpress.com | Roos Desnaeck, 'Referaat Joe Speedboot' 
members.home.nl | Coen Peppelenbos, 'Tommy Wieringa - Joe Speedboot. Analyse'