Docenten Nederlands 15-18
| niveau 4 | De zwarte met het witte hart
Introductie
Arthur Japin werd geboren in 1956. Hij had een zware jeugd: hij werd gepest op school en toen hij twaalf jaar was pleegde zijn vader zelfmoord. Het scheppen van een eigen fantasiewereld was voor Japin een manier om aan de werkelijkheid te ontsnappen. Na een korte carrière als acteur, koos hij er in 1987 voor om te gaan schrijven. Hij startte met het onderzoek voor een roman die hij wilde schrijven over een opmerkelijke gebeurtenis: het feit dat in 1837 twee Afrikaanse prinsjes door Hollanders werden meegenomen voor koning Willem I als onderpand voor de illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. Hij werkte tien jaar aan dit onderzoek; de roman, De zwarte met het witte hart, verscheen in 1997. Hoewel Japin in 1996 al debuteerde met de verhalenbundel Magonische verhalen, brak hij met De zwarte met het witte hartdefinitief door in de Nederlandse literatuur. Ook voor de vele romans die volgden, koos Japin voor een historische gebeurtenis of figuur als uitgangspunt: Een schitterend gebrek (ook op deze site, op N4), De overgave, Vaslav en Kolja.
Inhoud
Let op: in onderstaande tekst staan details over de afloop.
In 1837 komt een Hollandse handelsmissie van West-Afrika terug met een bijzonder geschenk voor koning Willem I: twee tienjarige Ashantijnse prinsjes dienen een Europese opleiding te krijgen om daarna hun land met die kennis te verrijken. Je leert de twee prinsen, Kwame en Kwasi, kennen in Afrika en je volgt hen naar de kleine kostschool in Delft waar ze terecht komen in de Nederlandse cultuur en een start maken met hun opleiding. Ze worden ook geïntroduceerd bij het Nederlandse hof en bouwen vooral met prinses Sophie een goede band op. De prinsen hebben het als zwarte bezienswaardigheden niet makkelijk in Nederland en ze reageren hierop heel verschillend, waardoor ze langzaam uit elkaar drijven. Kwasi probeert zich te verweren tegen zijn pesters op de kostschool en doet er alles aan om zich aan te passen aan de Nederlandse cultuur. Kwame krijgt steeds meer heimwee naar zijn eigen cultuur en is zich er sterk van bewust dat hij niet thuishoort bij de Nederlanders. Zich aanpassen wil hij daarom niet. Dit blijft zo wanneer de jongens opgroeien en gaan studeren en ze maken dan ook heel verschillende keuzes in en na hun studie. Kwame vertrekt naar Afrika zodra hij de kans krijgt, maar hij is zijn cultuur ontgroeid, zijn moedertaal verleerd en zijn vader wil hem niet ontvangen. Gedesillusioneerd pleegt hij zelfmoord. Kwasi wordt bestuursambtenaar in Nederlands-Indië, maar maakt niet de carrière die hij voor ogen had. Ook in de liefde is hij niet gelukkig. Hoe hij ook zijn best doet om een Nederlander te zijn, uiteindelijk kan hij zich niet ontdoen van zijn zwarte huid.
Moeilijkheid
Speciaal voor leerlingen met interesse in geschiedenis, het Nederlandse koloniale verleden of cultuurverschillen is dit boek een aanrader. Kennis hierover vooraf is niet noodzakelijk, kennis achteraf is niet te vermijden. N3-lezers worden daarnaast uitgedaagd om de verhaallijn vast te houden, ondanks de niet-chronologische vertelvolgorde in de roman. Zij zullen goed zicht moeten houden op de vele bijpersonen en de ontwikkeling die de hoofdpersonen Kwasi en Kwame doormaken in de lange periode die de roman beschrijft. Doordat ze vermoedelijk zullen meeleven met de twee prinsen, zal hun aandacht worden vastgehouden, ook bij onderbrekingen van het verhaal door uitweidingen, brieven en verslagen. Ook lezers op N4 en N5 zullen de lotgevallen van de prinsen met aandacht volgen. De gebruikte verteltechnieken zullen voor hen geen problemen opleveren. Zij zullen niet alleen aan het denken worden gezet over de historische gebeurtenissen, maar ook over het tijdloze thema van ontheemd zijn en buitenstaander zijn.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Deze roman is lijvig. Lezers van N3 en N4 zullen even geduld moeten oefenen aan het begin van de roman totdat het verhaal van de kleine prinsen op gang komt. Als dat lukt, zal uitlezen vervolgens geen probleem zijn. |
Interesses | Lezers met interesse in geschiedenis of de geschiedenis van de Nederlandse koloniale handel, zullen extra worden aangesproken door dit boek. Ook voor lezers met interesse in verschillende culturen en cultuurverschillen is dit boek een aanrader. | |
Algemene kennis | De lezer zal zich moeten verplaatsen in personages (van diverse leeftijden) in een andere tijd en een andere cultuur. Een uitdaging voor zowel N3- als N4-lezers. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Lezers die wat weten van het Nederlandse koloniale verleden hebben een voorsprong bij het lezen van dit boek. Voor hen die deze voorkennis niet hebben, is het lezen van deze roman een manier om de kennis hierover uit te breiden. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | De zwarte met het witte hart speelt zich af in de negentiende eeuw en het taalgebruik sluit daarop aan. Dit zal voor N3-lezers betekenen dat ze regelmatig op moeilijke (verouderde) woorden stuiten. Wanneer zij zich hier niet aan ergeren, hoeft dit hun begrip van de tekst niet in de weg te staan. In de roman komen fragmenten voor uit 'authentieke' reisverslagen. Het taalgebruik in die reisverslagen levert meer problemen op, zowel voor N3- als N4-lezers. Lezers van N5 zullen hier geen problemen ondervinden. |
Zinsconstructies | De zinsconstructies zullen in de vertellerstekst geen problemen opleveren. In de eerder genoemde reisverslagen zijn de zinsconstructies complexer. Hier kunnen N3- en N4-lezers problemen ondervinden. | |
Stijl | De stijl is gevarieerd, mede door de verslagen en brieven die zijn opgenomen in de roman. Hier zijn geen problemen te verwachten. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Twee karakters worden uitgebreid uitgewerkt: Kwasi en Kwame. Daarin is genoeg te ontdekken voor lezers van alle genoemde niveaus. |
Aantal karakters | Het aantal hoofdpersonen is beperkt, maar het aantal bijpersonen is groot. Dit kan N3-lezers in verwarring brengen. Wat de koninklijke familie betreft is er steun in de vorm van een stamboom aan het begin van de roman. Wat de overige personages betreft zal de N3-lezer en misschien ook de N4-lezer goed de aandacht erbij moeten houden en bereid moeten zijn af en toe terug te bladeren en/of aantekeningen te maken. | |
Ontwikkeling van en verhoudingen tussen de karakters | Lezers van alle genoemde niveaus kunnen zich tegoed doen aan het volgen van de ontwikkeling tussen de hoofdpersonages onderling en die tussen hen en andere personages. Er gebeurt wat dat betreft veel in deze roman, ook door de lange tijdsperiode die beschreven wordt. De prinsen die in Ashanti opgroeien als een twee-eenheid, blijken in Nederland heel verschillend te reageren op hun nieuwe omgeving. Dit drijft hen uit elkaar, aanvankelijk figuurlijk, later ook letterlijk. Tegelijkertijd kunnen ze niet zonder elkaar en groeit na jaren, inmiddels in verschillende werelddelen, het begrip voor elkaar. Het is een uitdaging voor lezers van N3 om deze ontwikkeling te volgen en ook lezers van N4 en N5 kunnen zich hierin verdiepen. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Het verhaal komt traag op gang. Wanneer het de N3-lezer lukt om door te lezen tot het moment dat de jonge prinsen in het verhaal komen, zal hij worden beloond met een behoorlijke portie actie. Geduld blijft echter nodig, want uitgebreide beschrijvingen zetten het tempo in de roman regelmatig op pauze. Lezers van N4 en N5 zullen de extra (achtergrond)informatie die ze hierdoor krijgen waarschijnlijk juist waarderen. |
Chronologie | Het verhaal wordt niet chronologisch verteld. De roman start met een bejaarde Kwasi die in 1900 op Java zijn levensverhaal gaat vertellen. De tijdsprongen zijn echter duidelijk gemarkeerd door witregels of door aanduidingen van jaartal en plaats boven de hoofdstukken. Ook de oplettende N3-lezer zal zich daardoor kunnen oriënteren binnen de roman. | |
Verhaallijn(en) | Er is weliswaar één verhaallijn, maar doordat die verhaallijn niet chronologisch wordt verteld lijken het er meerdere. Het verhaaldeel van de bejaarde Kwasi op Java wordt afgewisseld met het verhaaldeel van de jonge prinsen in Den Haag. De lijn van de prinsen splitst zich wanneer ze uit elkaar gaan: Kwame gaat naar Afrika en Kwasi vertrekt naar Nederlands-Indië. Wanneer een N3-lezer deze lijn te pakken heeft, zal dit geen problemen meer geven. | |
Perspectief | Het verhaal kent een ik-perspectief (van Kwasi). N3-lezers kunnen in verwarring raken wanneer dit perspectief wordt onderbroken door verslagen en brieven van anderen. De typografie helpt hen om deze delen te herkennen (ze zijn cursief gedrukt). N4- en N5-lezers zullen de afwisseling van vertellerstekst met authentieke brieven en rapporten in deze historische roman vermoedelijk kunnen waarderen. | |
Betekenis | N3-lezers zullen verontwaardigd zijn over het onrecht dat de jonge prinsen wordt aangedaan, wat een aanleiding vormt tot nadenken over het koloniale verleden van Nederland en slavernij in het algemeen. N4- en N5-lezers kunnen daarnaast reflecteren op meer tijdloze thema's als ontheemding en 'de buitenstaander'. |