Docenten Nederlands 15-18 | niveau 4 | De gezichtslozen

Introductie
Alicja Geschinska (Warschau, 1981) vluchtte op zevenjarige leeftijd uit Polen met haar ouders naar België, waar ze eerst enkele maanden in een AZC verbleven. Ze is daarna in Oost-Vlaanderen naar school gegaan. In Gent heeft ze filosofie gestudeerd en daar is ze ook gepromoveerd. Ze heeft haar vak ook buiten België beoefend, in de VS en het VK. Ze stond, op uitnodiging van Guy Verhofstadt, kandidaat bij de Europese Verkiezingen van 2019.
Sinds 2016 publiceerde ze romans (debuut: Een soort van liefde) en essays; ze schreef ook poëzie (debuut: Trojaanse gedachten) en voor het theater. Ze leverde tientallen bijdragen aan en interviews voor verschillende opiniebladen, zoals Newsweek, The Brussels Times en Filosofie Magazine. Voor de Vlaamse televisie maakte ze het programma Wanderlust (twee seizoenen), waarin ze sprak met diverse bijzondere persoonlijkheden. Haar literaire en haar filosofische werk is enkele malen bekroond; daarnaast ontving Gescinska in 2025 een koninklijke onderscheiding. Gescinska is voorzitter van de Vlaamse afdeling van schrijversorganisatie PEN International.

Inhoud
De 31-jarige Mona werkt in 2019 in Beiroet aan een project getiteld ‘Triumph of Tolerance’: een reeks kunstfoto’s ‘om de menselijke en levensbeschouwelijke diversiteit op beeld te vieren; portretten van steden waar mensen met verschillende religieuze achtergronden met elkaar hebben leren leven na jaren van vallen en opstaan.’ In dat kader heeft ze al enkele Europese steden gefotografeerd, zoals Belfast en Sarajevo.
De vriendinnen Juhaina en Ruba, van wie zij woonruimte huurt, hebben kritiek op haar eerste foto’s van Beiroet, die duidelijk haar westerse blik verraden. Ze zeggen dat Mona’s beeld van Beiroet onvolledig zal blijven als ze niet ook de vluchtelingenkampen fotografeert, ‘de rattenholen van het zuiden’. Na een eerste bezoek aan het Palestijnse vluchtelingenkamp Shatila – berucht van de slachtpartij in 1982 – wordt Mona door de Palestijnse Suhaila meegenomen naar Bourj al-Barajneh, het kamp waar zij geboren is en waar haar moeder nu nog steeds woont. Suhaila maakt Mona duidelijk dat zij de Palestijnen niet moet portretteren als slachtoffers: ‘Als je ons wil fotograferen, moet je begrijpen wie we zijn. En wij zijn geen slachtoffers, maar overlevers.’
De ontmoetingen, gesprekken en de verhalen die ze hoort, dwingen Mona ertoe haar blik op de werkelijkheid bij te stellen. De foto’s die ze nu maakt, zijn rauw en confronterend. Dat wordt haar door Juhaina en Ruba niet in dank afgenomen: ‘Wat er gebeurt, is dat westerlingen zoals jij die twee maanden geleden nog onwetend waren, zich ontpoppen als rechtvaardige rechters en op de verkeerde vingers beginnen te tikken.’ Komt het Europa wel toe om morele oordelen te vellen, terwijl het zelf geen fraaie rol speelt in de vluchtelingencrisis?
Na haar terugkeer in België besluit Mona zich te verdiepen in de problematiek van staatlozen en mensen zonder geldige verblijfsvergunning in Europa. ‘Ik kan me niet geborgen weten in mijn eigen land als het mensen onzichtbaar maakt.’ Ze voert gesprekken met hen en maakt foto’s, om de staatlozen een gezicht te geven. Uiteindelijk leidt dit tot haar expositie ‘De gezichtslozen’, met 25 portretfoto’s uit de vluchtelingenkampen bij Beiroet en 25 portretten van staatlozen in Europa.

Moeilijkheid
Het boek is niet ingewikkeld geschreven. De auteur is over het algemeen tamelijk expliciet. Ze stelt in het verhaal actuele kwesties aan de orde en laat in de discussies verschillende opvattingen op elkaar botsen. Ideeën en sfeertekening krijgen in het boek prioriteit boven de psychologie en de ontwikkeling van de personages en hun relaties.

Didactische en letterkundige analyse

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid

Het boek stelt geen hoge eisen aan de lezer; het is dun en is niet ingewikkeld geschreven. Wel moet de lezer bereid zijn zich te laten meenemen in een actueel, wat filosofisch verhaal rond o.a. de Palestijnse kwestie en de West-Europese superioriteit en vooringenomenheid.

 

Interesses

Voor ieder die wil reflecteren op actuele politiek-maatschappelijke kwesties. Hoewel het niet direct over het Palestijns-Israëlisch conflict gaat, past het wel in de discussie die daarover gevoerd wordt.

 

Algemene kennis

Geen bijzondere voorkennis vereist. (Dat in 2020 de coronatijd begon – het woord ‘corona’ wordt nadrukkelijk vermeden – en er in de haven van Beiroet een enorme explosie plaatsvond, zal in de loop van de tijd steeds minder bekend zijn.)

 

Specifieke literaire en culturele kennis

Niet vereist.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire

Behalve een paar mogelijk onbekende woorden (zoals geviseerd, een ottomane, morose) geen probleem.

 

Zinsconstructies

Geen probleem. Een enkele Vlaamse wending.

 

Stijl

Qua stijl lijkt het soms meer op een journalistieke reportage dan op een literaire roman. Er is veel aandacht voor de beschrijving van het decor. De nadruk ligt op ideeën en opvattingen; daarbij wordt er vrij veel ingevuld en geëxpliciteerd.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters

Vier vrouwen spelen een hoofdrol: de 31-jarige Mona uit België; de vriendinnen Juhaina en Ruba in Beiroet, bij wie Mona min of meer inwoont; de Palestijnse Suhaila, die Mona meeneemt naar een vluchtelingenkamp.

 

Aantal karakters

Rond deze vier vrouwen komen er tal van figuren voorbij. Geen probleem. 

 

Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters

Mona is de ik-verteller. Zij is in dit boek meer het centrum van discussie en reflectie dan een echt menselijk personage. Zij komt in Beiroet met een bepaalde opdracht (met haar camera de diversiteit en tolerantie registreren), maar wordt al snel geconfronteerd met haar westerse vooringenomenheid en tunnelvisie. Haar groeiend inzicht is de belangrijkste ontwikkeling. De morele vragen die zij opwerpt, veroorzaken onrust in de verhouding met Juhaina en Ruba, maar ook in haar eigen leven. Suhaila vervult vooral de rol van levenswijze gids, die bijdraagt aan Mona’s ontwikkeling. 

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning

Literaire spanning is er niet echt. Doordat meeleven met de personages over het algemeen weinig bewerkstelligd wordt, zal de lezer meer in zijn hoofd blijven zitten.

 

Chronologie

Niet ingewikkeld. Het verhaal begint in medias res. Vanaf p. 21 wordt het verhaal van Mona’s tijd in Beiroet chronologisch verteld. De laatste twee hoofdstukken spelen na haar terugkeer naar huis. Af en toe zijn er flashbacks en een enkele flashforward. Het hele verhaal speelt zich af in 2019-2020.

 

Verhaallijn(en)

Eén verhaallijn.

 

Perspectief

Zoals gezegd: Mona is de ik-verteller. Zij fungeert als centrum van discussie en reflectie.

 

Betekenis

N3-lezers zullen zich vooral concentreren op alles wat er gebeurt bij de ontmoetingen die Mona heeft, en tussen de vier vrouwen. De morele vragen die aan de orde komen, zullen hen ook aan het denken zetten. Leerlingen op N4 en N5 zullen daarbij ook de politieke, filosofische en artistieke vraagstukken – zoals de houding van Europa tegenover vluchtelingen, de Palestijnse kwestie, journalistieke objectiviteit – betrekken.

Relevante bronnen voor docenten

 

Interview met Gescinska in de Volkskrant
Recensie in Trouw

Externe leestips

 

Arjen van Veelen, Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken
Tom Lanoye, Fort Europa
Maurits de Bruijn, Geweten

Auteur docentinfo

 

Pieter Waalewijn