Lezen voor de Lijst

Docenten Nederlands 15-18

 | niveau 4 | De aansprekers

Introductie

Maarten 't Hart is een van de meest gelezen (en vertaalde) Nederlandse schrijvers. Hij werd in 1944 geboren en groeide op in een streng geformeerd gezin in Maassluis. Toen hij in 1962 begon met zijn studie biologie heeft hij zich van het geloof afgekeerd. In 1978 promoveerde hij op een onderzoek naar stekelbaarsjes. Zowel het geloof als de planten- en dierenwereld spelen een belangrijke rol in het werk van 't Hart. Ook blijkt uit zijn werk een grote liefde voor literatuur en klassieke muziek.
Zijn meest bekende werk, Een vlucht regenwulpen uit 1978 (in 2014 middelpunt van de campagne Nederland leest), is in 1982 verfilmd. Voor Het woeden der gehele wereld ontving 't Hart in 1994 de Gouden strop, de prijs voor het beste spannende boek.
Maarten 't Hart is regelmatig te gast in praatprogramma's op de televisie en in de zomer van 2014 had hij een eigen televisieprogramma, Maartens moestuin. In de jaren 90 van de vorige eeuw baarde hij opzien door in het openbaar in vrouwenkleren op te treden als Maartje 't Hart.
Bij leerlingen zijn, blijkens de reacties op scholieren.com, vooral 't Harts 'spannende' boeken De kroongetuige (1983) en De zonnewijzer (2002) populair. Ook Een vlucht regenwulpen wordt nog steeds veel gelezen.

Inhoud

Leeswaarschuwing: onderstaande tekst bevat details over de inhoud en/of de afloop van het verhaal.
In het voorjaar van 1973 belandt Maarten 't Harts vader Pau in het ziekenhuis met maagklachten. Bij nader onderzoek blijkt Pau alvleesklierkanker te hebben. In overleg met de huisarts van zijn ouders besluit Maarten niets tegen zijn ouders te zeggen. Pau knapt wonderbaarlijk snel op na de operatie en heeft nergens meer last van, behalve van het gevoel dat er iets niet klopt. De wetenschap dat zijn vader ongeneeslijk ziek is, drukt zwaar op Maarten. Hij wordt heen en weer geslingerd tussen twijfel over de juistheid van zijn beslissing en woede over de nadere dood van zijn vader. Verschillende malen staat hij op het punt zijn vader in te lichten, maar steeds ontbreekt hem de moed of komt er iets tussen.
Het verhaal wordt regelmatig onderbroken door flashbacks waarin Maarten terugdenkt aan zijn jeugd. Gaandeweg wordt duidelijk hoe hij zich verhoudt tot zijn vader, een moeilijke, gefrustreerde en gesloten man die zich verschuilt achter sterke verhalen en boude uitspraken.
Als Maarten enkele maanden na de onheilstijding naar het ziekenhuis wordt geroepen waar zijn vader met spoed is opgenomen, vermoedt hij dat ziekte plotseling heeft toegeslagen. Pau heeft echter een hartaanval gehad (waar hij nog smakelijk over vertelt). Maarten overnacht in het ziekenhuis en wordt gewekt met de mededeling dat het niet goed gaat met Pau. Even later overlijdt Pau.

Moeilijkheid

Blijkens de reacties op scholieren.com vinden de meeste leerlingen dat het boek lekker wegleest, maar er wordt ook opgemerkt dat het verhaal niet spannend en zelfs 'saai' is. Minder ervaren lezers ervaren de vraag of het Maarten lukt zijn vader te vertellen dat hij ongeneeslijk ziek is als de belangrijkste spanningsboog en ervaren de plotselinge dood van Pau ten gevolge van hartfalen als een anticlimax. Daar staat tegenover dat veel leerlingen het verhaal aangrijpend vinden. Over het algemeen vinden ook minder ervaren lezers Pau een interessant personage. Meer ervaren lezers merken op dat het boek goed geschreven is en hebben oog en waardering voor 't Harts gebruik van ironie. N5-lezers zullen meer bereid zijn zich in intertekstualiteit te verdiepen en komen zo tot een interpretatie op een dieper niveau.

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid De omvang van het boek (202 pagina's) zal geen obstakel zijn voor lezers met N3 en hoger. De leerling moet bereid zijn zich te verplaatsen in een tijd en personages die ver van hem af staan. Daar staat tegenover dat 't Hart een vlotte verteller is en dat de thematiek lezers vanaf N3 en zeker N4 vaak wel aanspreekt. Lezers die hechten aan spanning en actie kunnen beter niet aan De aansprekers beginnen.
  Interesses Leerlingen die geïnteresseerd zijn in de grote kwesties van het leven (de dood, geloof) zullen De aansprekers met belangstelling lezen. 
  Algemene kennis De beschreven periode (vertelheden eind jaren '70 en flashbacks naar de jaren '50) staat ver van de leerlingen af. De meeste leerlingen kunnen zich geen goede voorstelling maken van deze periode, noch van de geloofsbeleving van Maarten en Pau. Het verhaal biedt echter voldoende houvast om zich een beeld te kunnen vormen. 
  Specifieke literaire en culturele kennis Er wordt veelvuldig naar de Bijbel, literatuur en muziek verwezen. Het verhaal is ook te volgen zonder al deze verwijzingen te kunnen duiden, terwijl ze voor N5-lezers een leuke uitdaging vormen. 

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire Over het algemeen goed te volgen voor N3. Af en toe worden moeilijker, minder frequente of verouderde woorden gebruikt (zoals onvervaard, schelms), maar daar zullen maar weinig lezers met N3 en hoger over struikelen. 
  Zinsconstructies Redelijk frequent gebruik van lange samengestelde zinnen. Minder ervaren lezers zullen af en toe een zin nog eens over moeten lezen.
  Stijl Er wordt vaak gebruikt gemaakt van de directe rede. De dialogen zijn vaak spits en grappig voor wie daar oog voor heeft. Over het algemeen merken N3-en beginnende N4-lezers de verfijning in het taalgebruik en de ironie nog niet op, maar gevorderde N4- en N5-lezers kunnen daar juist plezier aan beleven.
De beschrijvende en beschouwende passages zijn over het algemeen wat meer uitgesponnen of zelfs lyrisch: gedachten en gevoelens (en sommige gebeurtenissen) worden vaak nauwgezet beschreven. N3-lezers zouden daar hun geduld bij kunnen verliezen. De uitweidingen over planten en dieren zullen niet alle lezers bekoren, maar dat is meer een kwestie van smaak dan competentie. 

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters

Maarten lijkt als personage niet iemand met wie jonge lezers zich gemakkelijk identificeren, maar uit de verslagen op scholieren.com blijkt juist dat veel leerlingen zich goed in hem in kunnen leven. Pau is een bijzonder figuur, wordt door 't Hart ook nadrukkelijk zo neergezet en dat merken ook minder ervaren lezers op.
De overige personages zijn types, bijna karikaturen.

  Aantal karakters Behalve Maarten en Pau treden een aantal bijfiguren op (Hanneke, huisarts, specialist, de baas van Pau, figuren die op het kerkhof rondhangen, enkele familieleden). Het aantal karakters is geen probleem voor N3 en hoger.
  Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters Feitelijk ontwikkelt de verhouding tussen Maarten en Pau zich niet in de loop van het verhaal. Doordat de lezer steeds meer informatie krijgt over de jeugd van Maarten krijgt deze verhouding echter wel steeds meer diepte, kleur en nuance.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning Het verhaal is niet spannend in de traditionele zin van het woord. De belangrijkste vraag waar de minder ervaren lezer mee zit, is of Maarten aan Pau zal vertellen dat hij niet lang meer te leven heeft. Zij beschouwen het einde (het overlijden van Pau ten gevolge van hartfalen voordat Maarten 'het' gezegd heef) als een anticlimax. Meer ervaren lezers zullen deze vraag beschouwen als van ondergeschikt belang en mee gaan in de vertelling. 
  Chronologie Het eerste hoofdstuk is een flashforward. In de overige elf hoofdstukken wordt het verhaal in grote lijnen chronologisch verteld, maar wel regelmatig onderbroken door flashbacks. Ook N3-lezers kunnen overweg met deze vertelwijze. 
  Verhaallijn(en) Eén verhaallijn, doorsneden met flashbacks. 
  Perspectief Ik-perspectief vanuit Maarten. De lezer leert Pau kennen via Maarten. Geen probleem - al zou een kritische N5-lezer zich af kunnen vragen in hoeverre het perspectief betrouwbaar is; Maarten vertoont, als zoon van Pau, dezelfde neiging om een verhaal vooral goed te willen vertellen.
  Betekenis N3-lezers zullen De aansprekers lezen als een boek over de dood en ook zien dat er een verband bestaat tussen de beschrijvingen van Maartens gevoelens bij de naderende dood van zijn vader en de beschrijvingen van diens werk op de begraafplaats. Zij zullen echter moeite hebben om dat verband te expliciteren. N4-lezers zullen daar verder mee komen. Zij zullen bovendien beter in staat zijn om ook de zaken die betrekking hebben op Maartens geloof in hun interpretatie te betrekken. Voor N5-lezers zijn de vele interteksten interessant, met name in hoofdstuk 11, 'Henoch' en de uitgewerkte verwijzingen naar Bordewijks Karakter en het personage Tom Pinch in Dickens' Martin Chuzzlewit. Die zetten de lezer op het spoor van een diepgravender interpretatie waarin de vader-zoonrelatie centraal staat. Zeker in 'Henoch' wordt duidelijk dat in Maartens kinderlijke geloofsopvatting zijn liefde voor God niet alleen concurreert met de liefde voor zijn vader, maar daar ook deels mee samenvalt. 

Relevante bronnen voor docenten 

  dbnl.org | Ischa Meijer, 'Maarten 't Hart', in: De interviewer en de schrijver (2007)
Hans Werkman, 'Maarten 't Hart. De aansprekers: roman van vader en zoon' in: Lexicon van literaire werken, Groningen, Noordhoff, 1995