Docenten Nederlands 15-18
| niveau 3 | Het duister dat ons scheidt
Introductie
In haar werk laat Renate Dorrestein (1954) als geen ander zien dat 'het kwaad' zich meestal dichtbij huis bevindt, ook in ogenschijnlijk doodgewone en vertrouwde omstandigheden. De machtsverhoudingen binnen het gezin en de wijze waarop kinderen zijn overgeleverd aan hun ouders, behoren tot haar favoriete thema's. Er zijn weinig auteurs die zich zo goed in kinderen kunnen verplaatsen als zij en die er zo levensecht over schrijven. Ook is (misplaatst) schuldgevoel een vaak voorkomend thema in Dorresteins werk. Haar personages achten zich schuldig aan bepaalde fatale gebeurtenissen, waardoor ze niet zelden volkomen op drift raken. 'Het is eten of gegeten worden' en die waarheid is zelden ver te zoeken in al Dorresteins boeken.
Al zijn haar onderwerpen meestal aangrijpend, Renate Dorrestein schrijft er opvallend lichtvoetig over. Een van haar meest uitgesproken stijlkenmerken is haar humor. Ze gaat absurditeiten niet uit de weg en bedient zich van ironie. De daarbij behorende elementen als overdrijvingen, tegenstrijdigheden en paradoxen zijn volop aanwijsbaar in de meeste van haar werken. Opvallend in veel van haar boeken is ook het suggereren van gebeurtenissen. Deze worden niet expliciet genoemd, maar er worden voldoende aanwijzingen gegeven om de lezer zijn of haar eigen conclusies te laten trekken. Dat maakt Dorresteins werk bijzonder spannend.
Bron: renatedorrestein.nl
Inhoud
Een klein meisje groeit op in een vredig dorp, waar zij samen met haar moeder de oude, krakende pastorie bewoont. Ook de Luco's wonen daar, twee vriendelijke mannen van wie iedereen aanneemt dat het kamerhuurders zijn. Vóór het huis spelen de kinderen van het dorp zorgeloos in het gemeenteplantsoen. Maar alles verandert als de moeder van Loes wegens een onbegrijpelijke moord tot een lange gevangenisstraf wordt veroordeeld. Geruchten en speculaties grijpen al snel om zich heen. Alles wat mooi was, wordt lelijk en verdacht. Niemand is meer veilig en Loes al helemaal niet. Het zal duren totdat Loes achttien is voordat de waarheid over de fatale nacht van de moord aan het licht komt. Pas dan neemt iedereen zijn ware gedaante aan en kunnen de krachten die destijds zijn ontketend, weer tot bedaren komen.
Het duister dat ons scheidt gaat over het bondgenootschap tussen daders en slachtoffers, over het onuitwisbare menselijke verlangen naar liefde, acceptatie en vergeving, maar bovenal over de noodzaak om het verhaal van ons eigen leven op een waarachtige manier te kunnen reconstrueren.
Bron: flaptekst 8e druk
Moeilijkheid
Voor de N3-lezer is de roman enerzijds herkenbaar vanwege bijvoorbeeld de voornamelijk jonge personages en anderzijds uitdagend vanwege de perspectiefwisselingen en de spanningsboog.
Voor N2-leerlingen kunnen de dramatische ontwikkelingen in een herkenbare setting boeiend zijn, maar dan moeten ze niet ontmoedigd raken door de iets minder toegankelijke structuur. Ze zullen bovendien zonder begeleiding veel toespelingen in het verhaal missen.
N4-leerlingen kunnen hun hart ophalen aan de suggestieve stijl en de vraag die voortdurend boven het verhaal hangt: wat is er gebeurd waardoor de personages in deze toestand verkeren?
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid |
Het duister dat ons scheidt vraagt een redelijk grote leesbereidheid van N3-leerlingen. Het is een relatief dik boek, met een sombere thematiek en een mogelijk verwarrende structuur in een suggestieve stijl. N2-lezers zullen de structuur lastig en de gelaagdheid moeilijk te doorgronden vinden. Vooral lezers die de thematiek en personages herkenbaar vinden en van spannende boeken houden, zal deze roman aanspreken. Voor N4-leerlingen biedt het boek interessante uitdagingen, zoals de structuur, de onheilspellende ondertoon en de stilistische uitwerking. Het is eerder een meiden- dan een jongensroman.
|
Interesses |
Om dit boek te kunnen waarderen zullen hedendaagse maatschappelijke thema's de lezer moeten boeien. Leerlingen kunnen moeite hebben met de gruwelijke kanten van het verhaal: het (gesuggereerde) seksuele misbruik, de moord, de moeizame ouder-kindrelaties, de pesterijen op school en de eenzaamheid van de hoofdfiguur.
|
|
Algemene kennis |
Met name het eerste deel vraagt enige kennis van de wereld van de nieuwbouwwijken. De verhaallijn blijft ook zonder die kennis te volgen, maar de sfeertekening zal de leerling ontgaan.
|
|
Specifieke culturele en literaire kennis |
De leerling zal moeten inzien dat het verhaal wordt verteld vanuit drie uiteenlopende leeftijdsfasen van de hoofdpersoon, waarbij het perspectief in deel II verandert ten opzichte van dat in deel I. Ook zal hij open moeten staan voor de suggestieve stijl. Alleen de leerling die daartoe in staat en bereid is, zal de vele toespelingen duiden en waarderen. De N4-leerling zal juist door de verrassende wendingen en de toespelingen bij het verhaal betrokken raken.
|
|
Vertrouwd met literaire stijl |
Vocabulaire |
De drie delen zijn geschreven vanuit het perspectief van de personages in de betreffende leeftijdscategorieën (respectievelijk zes, twaalf en achttien jaar). Het woordgebruik is dienovereenkomstig en dus niet erg complex. Nergens wordt het vocabulaire dermate moeilijk dat N2- of N3-leerlingen erover zullen struikelen.
|
Zinsconstructies |
Geen problemen te verwachten.
|
|
Stijl |
Het duister dat ons scheidt is een thriller en dus is het vanzelfsprekend dat Dorrestein allerlei structurele en stilistische trucs gebruikt om spanning op te wekken. Van de N2-lezer die vooral door een boek vermaakt wil worden, vraagt dit wellicht te veel mentale arbeid. Ook de N3-lezer moet het hoofd er goed bijhouden, wil hij de vele trucs op waarde kunnen schatten. De N4-leerlingen wordt juist gemakkelijk uitgedaagd om te reconstrueren wat er is gebeurd. Toch zal de spanning ook voor die leerling gedurende het hele verhaal intact blijven.
|
|
Vertrouwd met literaire personages |
Karakters |
De karakters zijn sterk aangezet en daardoor bijna karikaturaal. N2- en N3-lezers met weinig ervaring zullen zeker hun wenkbrauwen af en toe optrekken bij typisch Dorresteinsiaanse figuren en verhoudingen. De N4-lezer zal het onconventionele van de personages waarschijnlijk wel weten te waarderen.
|
Aantal karakters |
Het aantal karakters is beperkt. Geen probleem voor de N2-lezer.
|
|
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters |
Vrijwel alle karakters maken een zekere ontwikkeling door. Voor sommige leerlingen zullen bepaalde ontwikkelingen - bijvoorbeeld die van de Luco's - verwarrend zijn. Met name N3-leerlingen kunnen geboeid raken door de onverwachte wendingen in de karakterontwikkeling van Loes en van haar moeder.
|
|
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning |
Het handelingsverloop is traag. Beschrijvingen van situaties en gedachten worden vaak breed uitgemeten. Voor N2-leerlingen ligt het tempo wellicht te laag. Ook van N3-leerlingen vraagt dit enig uithoudingsvermogen, zeker gelet op het grote aantal pagina's. De behoefte om achter de waarheid te komen zal hen stimuleren om door te lezen. Voor N4-leerlingen bieden de wat uitvoeriger beschrijvingen veel hints en dus stof tot nadenken.
|
Chronologie |
De drie delen suggereren chronologie (Zes, Twaalf,Achttien: verwijzend naar de leeftijd van het hoofdpersonage en haar leeftijdgenoten), maar dat is schijn. Binnen elk deel wordt de handeling regelmatig onderbroken door kleine flashbacks. Van de lezer wordt een actieve houding gevraagd om telkens de plek in de geschiedenis te bepalen. Voor N2-leerlingen zijn dit wel veel obstakels. Voor de geïnteresseerde N3-leerling is het te doen. De N4-lezer zal deze actieve houding prima kunnen opbrengen.
|
|
Verhaallijn(en) |
Er is één centrale verhaallijn: de wederwaardigheden van Loes van haar geboorte tot haar achttiende jaar. Daarnaast loopt de lijn die de verhoudingen tussen de moeder van Loes en de drie mannen bepaalt. Beide lijnen zijn voor zowel N2- als N3-leerlingen te herkennen en te volgen.
|
|
Perspectief |
In deel I ligt het (wij-)perspectief bij de volwassen geworden pestende kinderen op de basisschool. In deel II en III is Loes de ik-verteller. In elk deel is echter ook sprake van een 'perspectiefbreuk': er lijkt een soort alwetende verteller op te treden. De wisseling van het wij- naar het ik-perspectief kan voor een N2-leerling lastig zijn, voor een N3-leerling is die evident. De functie van de alwetende verteller zal ook voor de N3-leerling lastig te duiden zijn. Voor een N4-leerling kan het interessant zijn om het effect van deze perspectiefwisselingen te benoemen.
|
|
Betekenis |
De betekenislaag is voor N3-lezers goed toegankelijk. Ook de maatschappelijke kwesties zijn herkenbaar. De dieper liggende thematische lijn en de motieven zullen voor een N2-leerling nog een brug te ver zijn. N4-leerlingen kunnen hun hart ophalen aan de duiding van de individuele karakters en van de intermenselijke relaties, met als hamvraag: wie is nu eigenlijk schuldig aan deze geëscaleerde situatie?
|