Lezen voor de Lijst

Docenten Nederlands 15-18

 | niveau 3 | Beste mevrouw Eva

Introductie
Valentijn de Heer (1986) is schrijver van columns bij Het Parool. Hij publiceerde korte verhalen in De optimist en Papieren helden. Daarnaast werkt hij medewerker in de zorg. In een interview in ZIN Magazine vertelt hij dat hij nooit een hoogvlieger is geweest. Op school moest hij steeds maar weer alles overdoen; uiteindelijk is hij zonder diploma van de MAVO gegaan. Daarna heeft hij allerlei baantjes gehad: vakkenvuller, tuinman, badmeester, adviseur in een modewinkel. Meestal stond hij binnen zijn proeftijd alweer op straat. Hij had een grote bewondering voor zijn grootvader, die in de Tweede Wereldoorlog in het verzet had gezeten en liedjes schreef. Geïnspireerd door zijn opa droomde De Heer ervan schrijver te worden. Ook dat ging niet zonder slag of stoot. Na veel afwijzingen en met heel veel hulp van redacteuren en schrijversvrienden lukte het hem om Beste mevrouw Eva gepubliceerd te krijgen.

Inhoud
Het verhaal gaat over de jonge Elias, die in Leiden in de Professorenwijk woont, vlakbij de sociale werkplaats. Vanuit die werkplaats komen iedere dag mensen met een verstandelijke beperking langs.
Zijn vader noemt hen steevast ‘mongolen’. Op een dag zegt een van hen ‘leuk vrouwtje’ tegen Elias’ moeder. Zijn vader wordt des duivels als hij dat hoort en staat de volgende dag klaar met zijn camera. Hij schakelt de politie in en zegt dat hij niet voor niets in de ‘Professssssorenwijk’ woont en dat die ‘apen’ zich aan zijn zwangere vrouw hebben vergrepen. Niet lang daarna wordt Elias’ broertje Johannes geboren, met het syndroom van Down. Zijn vader zegt: ‘Ma heeft een mongool gebaard.’ Hij kan er slecht mee omgaan en legt de verantwoordelijkheid voor het nieuwgeboren kind bij zijn vrouw en oudste zoon. Omdat hij nogal onberekenbaar is, zijn baan kwijtraakt en soms hele dagen verdwijnt, moet zijn vrouw steeds meer gaan werken. Ook zij schuift de verantwoordelijkheid voor Johannes op Elias af. Dat zorgt voor bijzonder onwenselijke en soms ronduit gevaarlijke situaties, die vaak op tragikomische manier beschreven worden.
Langs de route tussen hun huis en Elias' school staat een mysterieus houten huis in een wilde tuin met allemaal dieren. Daar woont 'een gekke man' (de schrijver J.M.A. Biesheuvel) met zijn lieve vrouw, mevrouw Eva. Als Elias daar per ongeluk een keer met Johannes belandt, blijkt ze een veilige haven voor hen te zijn: ze zet thee, straalt rust en hartelijkheid uit. Boven in het huis hoort Elias de man als een bezetene achter zijn typemachine ratelen. De verwaarlozing bij Elias thuis gaat van kwaad tot erger. Mevrouw Eva schakelt uiteindelijk de kinderbescherming in. De lezer blijft met de vraag achter of deze interventie eigenlijk wel de juiste keus is in deze situatie.

Moeilijkheid
De leerling moet misschien gewaarschuwd worden voor de heftige problematiek van huiselijk geweld en verwaarlozing in deze roman.
Het boek is met zijn 175 bladzijden en chronologische volgorde heel toegankelijk voor lezers van verschillende niveaus. Je leest het verhaal vanuit het perspectief van de jonge Elias en je kunt je heel goed inleven in zijn situatie. Er is een spanningsveld tussen de kennis van de lezer en die van Elias. De jongen vertelt openhartig over de situatie bij hem thuis, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. De lezer voelt op elke bladzijde dat deze situatie niet normaal is, juist zeer onwenselijk en uiteindelijk zelfs onhoudbaar. Het kan zijn dat lezers van de lagere niveaus de subtiele ironie die De Heer vaak inzet, niet altijd meekrijgen, en die zorgt juist voor een bijzondere gelaagdheid in het boek. Net als Biesheuvel weet De Heer de meest ongelukkige situaties zo te beschrijven dat ze bijkans hilarisch worden. Deze indirecte intertekstualiteit zal de niet zo belezen lezers waarschijnlijk totaal ontgaan en die maakt nu juist dit verhaal zo bijzonder, omdat Biesheuvel en zijn vrouw als personages in het verhaal optreden.

Didactische en letterkundige analyse

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid

Het boek is bijzonder toegankelijk. De situatie waarin Elias zich bevindt, is herkenbaar, maar ook hartverscheurend. Voor sommige lezers is het boek daardoor misschien te heftig.

 

Interesses

Het boek is extra interessant voor lezers die belangstelling hebben voor gezinsproblematiek en opvoeding, problemen van mensen met een verstandelijke beperking en hun directe familie. Ook is het boek heel interessant voor lezers die Biesheuvels werk kennen.

 

Algemene kennis

Niet van toepassing.

 

Specifieke literaire en culturele kennis

Kennis van het werk van Biesheuvel zorgt absoluut voor (nog) meer waardering voor het verhaal.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire

Het woord ‘mongool’ wordt vaak gebruikt. Dat klinkt wat naar, maar dat is nu precies waar het verhaal over gaat. Het is de vraag of de lezers van de lagere niveaus doorhebben dat hier ook best wat kritiek in doorklinkt.

 

Zinsconstructies

Een afwisseling van enkelvoudige zinnen en niet al te ingewikkelde samengestelde zinnen.

 

Stijl

Helder, eigentijds. Opvallend is de ironie. De oplossing van het tragische in humor doet denken aan de stijl van Biesheuvel.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters

Elias is de hoofdpersoon en verteller. Hij vertelt uitvoerig over zijn vader, moeder en broertje Johannes. Slechts af en toe komt mevrouw Eva aan bod, die wel een heel belangrijke rol speelt. Voor wie (de achtergrond van) Biesheuvel kent, heeft het onzichtbare personage dat zich boven in het huis van mevrouw Eva bevindt, van wie Elias soms wat geluiden waarneemt, een meerwaarde, omdat je weet om wie het gaat.

 

Aantal karakters

Heel overzichtelijk.

 

Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters

Elias is vanaf het moment dat Johannes geboren is, dol op zijn jongere broertje. Elias krijgt echter zo veel verantwoordelijkheid dat hij zelf nauwelijks ruimte krijgt. De situatie wordt steeds nijpender, waardoor je voelt dat de zaak elk moment kan ontsporen. De vader is onberekenbaar, kan slecht accepteren dat hij een zoon heeft met een verstandelijke beperking. Het hele boek door blijft hij die onberekenbare man. De moeder is dapper, maar is niet in staat om de boel bij elkaar te houden, omdat ze steeds meer moet werken om inkomsten te genereren en tegelijkertijd alle zorg draagt voor haar kinderen. De rol van mevrouw Eva is een complexe en die roept ook echt vragen op aan het eind van het boek. In het eerste deel van het boek is zij in alle opzichten een veilige haven voor de jongens, maar aan het eind voelt zij de noodzaak om in te grijpen en de kinderbescherming in te schakelen. Voor de lezer begrijpelijk, want een volwassene heeft deze maatschappelijke plicht, voor Elias minder begrijpelijk. Hij voelt zich verraden. Voor de lezer blijft deze vraag knagen: in hoeverre kan zij de situatie op deze manier oplossen, zonder Elias te laten vallen?

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning

De spanning zit vooral in de dramatische ironie: de lezer heeft meer kennis van de wereld dan de kleine Elias. Daardoor voel je het hele verhaal door de neiging om de kleine jongen te waarschuwen, bemoedigen en helpen. De lezer die Biesheuvel kent, ervaart wellicht ook spanning als Elias geluiden boven in het huis hoort: gaat hij Biesheuvel nog tegenkomen (wat overigens niet gebeurt)?

 

Chronologie

Het verhaal wordt chronologisch verteld, met af en toe wat tijdsprongen, want het begint als Johannes wordt geboren. Aan het eind van het verhaal is Johannes al echt een stuk ouder en loopt hij ook met Elias mee naar school.

 

Verhaallijn(en)

Er is maar één verhaallijn.

 

Perspectief

Het personale perspectief ligt het hele verhaal lang bij Elias.

 

Betekenis

De betekenis van dit boek ligt in de tragiek van de ernstige verwaarlozing, die op een wonderlijke manier verbonden is met de tragiek van Biesheuvel, niet alleen thematisch gezien, maar ook in de manier van schrijven.

Relevante bronnen voor docenten

 

Interview in ZIN Magazine
Recensie van Judith Eiselin in NRC (via LiteRom)

Externe leestips

 
  • J.M.A. Biesheuvel, Eva’s keus (2003)
  • Kees van Beijnum, Een soort familie (2010)
  • Arthur Japin, Maar buiten is het feest (2012)
  • Tommy Wieringa, Caesarion (2018)

Auteur docentinfo

 

Dietske van den Berg-Geerlings