Docenten Nederlands 15-18
| niveau 2 | Hoe duur was de suiker?
Introductie
Cynthia McLeod (Paramaribo, 1936) studeerde in de jaren vijftig in Nederland voor lerares kinderverzorging en -opvoeding. In 1962 keerde ze terug naar Suriname waar ze begon aan de lerarenopleiding Nederlands. Hoe duur was de suiker? is haar debuutroman. Het boek verscheen in 1987 en was in Suriname meteen een verkoopsucces. Daarna verschenen meer historische romans van haar hand, zoals Vaarwel Merodia, Tweemaal Mariënburg en De vrije negerin Elisabeth. McLeod schrijft ook boeken voor kinderen. Zo schrijft ze een kinderboek bij de tentoonstelling 'We have a dream. Gandhi, King en Mandela' (De Nieuwe Kerk Amsterdam, september 2017 - februari 2018).
Inhoud
Let op: onderstaande tekst bevat belangrijke details over de afloop van het verhaal.
De historische roman Hoe duur was de suiker? van Cynthia McLeod is gebaseerd op vele jaren archiefonderzoek in Nederland en Amerika. Het boek speelt zich af in Suriname, in de periode 1765-1779. McLeod geeft met haar boek een beeld van het dagelijks leven in het koloniale rijk. Centraal staat het leven van twee stiefzusjes, Elza en Sarith, afkomstig uit een joodse plantersfamilie. Ze gaan niet alleen verschillend met hun slaven om, maar zijn ook elkaars concurrenten in de liefde. Wanneer Elza op een feest de sympathieke assistent-administrateur Rutger le Chasseur ontmoet, met hem trouwt en in Paramaribo gaat wonen, verandert de goede relatie die ze altijd met haar stiefzusje had. De mooie Sarith – die met haar schoonheid elke man weet te verleiden – is jaloers en probeert Rutger van haar af te pakken. Dit zorgt voor de nodige spanningen, maar uiteindelijk – wanneer Elza van haar eerste kind bevalt – kiest Rutger openlijk voor zijn vrouw.
Boos keert Sarith terug naar haar ouderlijk huis op plantage Hébron, waar ze tot ieders grote verdriet de oude, vertrouwde slavin Ashana laat doodranselen als die haar laat blijken (ook) aan de kant van Elza te staan. Ondertussen worden de plantages steeds vaker aangevallen door de Boni-negers, die zich verscholen houden in het oerwoud en hun vrijheid terug willen. Tevergeefs vechten de Nederlanders terug. Administrateur Van Omhoog wil met pensioen en om hem te kunnen opvolgen, reizen Rutger en zijn gezin voor een paar maanden naar Nederland. Sarith wil getrouwd zijn vóór Elza terugkeert en weet daarvoor de weduwnaar Julius Robles de Medina te strikken, van wie ze al snel van een zoon bevalt. Maar het 'saaie' leven op Julius’ plantage Klein Paradijs bevalt haar niet en ze brengt zo veel mogelijk tijd in de stad door met haar geheime minnaar luitenant Andersma.
Als Julius een paar dagen weg moet en Sarith Andersma uitnodigt om samen met haar enige tijd door te brengen op Klein Paradijs, wordt de plantage aangevallen door Boni-negers. Sarith, haar zoon en haar slaaf Mini-mini overleven de aanval door zich in een kast te verstoppen, maar luitenant Andersma wordt neergeschoten. Julius is razend als hij erachter komt wat luitenant Andersma in zijn huis deed. De plantage kan hij wel vergeten en hij besluit (geheel tegen de 'regels' in) een toekomst op te bouwen met Sariths slaaf Mini-mini, met wie hij samen met zijn zoon steeds meer tijd doorbrengt. Dit wordt hem door Sarith niet in dank afgenomen, die dan ook haar uiterste best doet dit te verhinderen.
Er heerst nog steeds geen zegen op de kolonie. Er breekt een epidemie van gele koorts uit, waaraan niet alleen Sarith haar zoon verliest, maar ook Elza een van haar kinderen en haar geliefde slaaf Maisa. Elza realiseert zich dat de blanken geheel afhankelijk zijn van de slaven. Als hun grootmoeder op sterven ligt, spreken Elze en Sarith voor het eerst sinds jaren weer met elkaar.
Moeilijkheid
Hoe duur was de suiker? is een moeilijk N2-boek. De tijd waarin het verhaal zich afspeelt, de gekozen vertelinstantie en de onsympathieke hoofdpersoon Sarith maken identificatie voor de N1- en beginnende N2-lezer moeilijk. Daartegenover staat een aangrijpend, op waarheid gebaseerd verhaal, waarin veel gebeurt en de gebeurtenissen elkaar over het algemeen in hoog tempo opvolgen. Voor N1-lezers die wel geïnteresseerd zijn in het verhaal maar moeite hebben met lezen, biedt de makkelijk-lezen-editie bij 'Leeslicht' (Uitgeverij Eenvoudig Communiceren) wellicht uitkomst. De historische werkelijkheid van het verhaal is interessant voor de N3-lezer, hoewel het verhaal voor deze lezer misschien te weinig diepgang heeft.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Het boek vraagt een grote bereidheid van N1- en beginnende N2-lezers. Het is behoorlijk dik (292 pagina's) en de lezer moet bereid zijn zich in te leven in een tijd en wereld die ver van hem afstaan. |
Interesses | Het boek is zeer geschikt voor leerlingen die geïnteresseerd zijn in (de koloniale) geschiedenis en de omgang tussen mensen. | |
Algemene kennis | Het is een pre als leerlingen in grote lijnen op de hoogte zijn van de koloniale geschiedenis, maar anderzijds verschaft het boek de leerling ook veel van deze kennis. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Er is geen bijzondere voorkennis vereist. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Over het algemeen voor geen enkel niveau een probleem. Het boek bevat veel woorden die horen bij het (Surinaamse) koloniale tijdperk, zoals 'misi' voor 'meesteres / mevrouw', de straf 'Spaanse bok', 'concubine' als benaming voor een in dit geval gekleurde bijvrouw van een blanke kolonist, met als gevolg daarvan 'mulatten' (halfbloedjes). Uit de context en/of verklarende voetnoten valt de betekenis af te leiden. |
Zinsconstructies | Voor geen enkel niveau een probleem. | |
Stijl | De zeer beschrijvende stijl kan door N1- en beginnende N2-lezers als oponthoud worden ervaren. Voor N3-lezers zullen de beschrijvende stukken over het koloniale verleden interessant zijn en het verhaal meer context geven. | |
Vertrouwheid met literaire personages |
Karakters | De belangrijkste personages die we volgen in het verhaal zijn de stiefzusjes Elza en Sarith, hun mannen Rutger en Julius en hun slaven Mini-mini en Maisa. |
Aantal karakters | In het verhaal passeert een behoorlijk aantal personages de revue. Voor lezers op alle niveaus kan het handig zijn om tijdens het lezen aantekeningen te maken van wie wie is. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | In het hele boek is er meer sprake van typen dan uitgewerkte karakters. De twee hoofdpersonen van het verhaal, de stiefzusjes Elza en Sarith, zijn elkaars tegenpolen. Elza is een lieve, bescheiden vrouw, die, overigens net als haar man Rutger, een hart heeft voor de slaven. Sarith daarentegen is van mening dat de slaven enkel dienen om voor de blanken te werken. Ze is zelfingenomen, egoïstisch en wraakzuchtig. Als ze door de Boni-negers wordt aangevallen, komt ze tot het inzicht dat dit misschien wel haar 'straf' is voor alle fouten die ze heeft gemaakt in het leven. Van een echte ontwikkeling is geen sprake. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Afgezien van de vele informatieve beschrijvingen volgen de gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op. Dit is fijn voor N1- en beginnende N2-lezers. N3-lezers zullen meer gegrepen worden door de psychologische spanning die ontstaat door de ellende waar beide vrouwen mee te maken krijgen. |
Chronologie | Het verhaal is chronologisch opgebouwd. Tijdsprongen zijn duidelijk gemarkeerd. Voor geen enkele lezer een probleem. | |
Verhaallijn(en) | Meerdere verhaallijnen. Zo worden niet alleen de levens van de twee stiefzussen Sarith en Elza en hun slaven beschreven, maar is er bijvoorbeeld ook een korte verhaallijn van de Hollandse Jan, die meevecht in het Nederlandse leger tegen de Boni-negers. De verhaallijnen zijn duidelijk gemarkeerd en vormen daardoor voor geen enkele lezer een probleem. | |
Perspectief | Er is sprake van een alwetende verteller, die vanuit verschillende perspectieven zijn licht laat schijnen op het koloniale verleden. Het alwetende perspectief, de perspectiefwisselingen en de onsympathieke hoofdpersoon Sarith, maken identificatie moeilijk voor N1- en beginnende N2-lezers. Voor N3-lezers krijgen de personages door deze vertelwijze wellicht te weinig diepgang. | |
Betekenis | N1-lezers zullen dit boek vooral lezen als een 'spannend' verhaal dat zich in het verleden afspeelt. N2-lezers zullen meer oog hebben voor de kwesties die het verhaal bevat, zoals hoe er met de slaven wordt omgegaan. N3-lezers zullen meer geïnteresseerd zijn in de historische werkelijkheid van het verhaal en uitgedaagd kunnen worden door te reflecteren op het effect van de gekozen vertelinstantie hierop, eventueel in vergelijking met de verfilming. | |
Relevante bronnen voor docenten |
|