Docenten Nederlands 15-18
| niveau 2 | Cel
Introductie
Charles den Tex is in 1952 in Australië geboren en studeerde fotografie en film in Londen. Hij doceerde Engels in Parijs en keerde in 1980 terug naar Nederland om als reclametekstschrijver en later als communicatie- en managementadviseur aan de slag te gaan. Bijna al zijn thrillers werden genomineerd voor de Gouden Strop. Drie keer heeft hij deze prijs gewonnen, Cel kreeg de Gouden Strop in 2008. Cel werd ook genomineerd voor de Diamanten Kogel (de Vlaamse tegenhanger van de Gouden Strop) en werd bovendien geselecteerd voor de longlist van de Libris Literatuurprijs: een erkenning van het literaire gehalte van de roman. Zijn boeken worden vergeleken met die van John Grisham, Michael Crichton en Michael Ridpath.
Zijn eerste thrillers spelen overwegend in het Nederlandse bedrijfsleven. Hij schrijft over normale mensen met een normale baan bij een normaal bedrijf, die langzaamaan in een situatie geraken, die hen dwingt tot het maken van keuzes.
Andere boeken van zijn hand zijn De macht van meneer Miller, Wachtwoord, Onmacht, Schijn van kans en Dump.
Bron: charlesdentex.nl
Inhoud
Michael Bellicher, ook de hoofdpersoon uit De macht van meneer Miller, is 's nachts getuige van een raadselachtig auto-ongeluk met fatale afloop. Na te zijn verhoord, wordt hij tot zijn stomme verbazing aangehouden. Waarom is niet duidelijk, maar de politie is ervan overtuigd dat ze hem moeten hebben. Michael weet niet eens waarvoor. Alles wat hij zegt, lijkt zich tegen hem te keren. Hij wordt overgebracht naar een politiebureau in het Westland. Daar krijgt hij te maken met twee spijkerharde rechercheurs, een bizarre aanklacht, een onontkoombaar bewijs en een advocate die hem niet gelooft. En dan moet de ellende nog beginnen.
Bron: degeus.nl
Moeilijkheid
Cel is complexer dan het zich in eerste instantie laat aanzien. Het verhaal is vlot geschreven, bevat weinig moeilijke woorden en heeft maar één verhaallijn. Doordat het boek vrij dik is en er soms wat zijpaden worden bewandeld, zal de gemiddelde N1-lezer best moeite met Cel hebben. Een N2-lezer die niet bang is voor dikke boeken, maar weinig ervaring heeft met 'echte literatuur', zal Cel waarschijnlijk met plezier lezen. De gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op en de thematiek is aansprekend. Voor deze leerling is het gegeven dat de beschreven gebeurtenissen misschien wel in het echt zouden kunnen gebeuren extra aantrekkelijk. De beginnende N3-lezer zal geboeid zijn door de psychologische implicaties van alles wat Bellicher overkomt. De meerdere wijzen waarop het begrip 'cel' in het boek voorkomt, kan een leuke eerste kennismaking zijn met de gelaagdheid van literaire werken. De gevorderde N3-lezer zal in Cel waarschijnlijk te weinig van zijn gading vinden.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid |
Cel vraagt een vrij grote bereidheid van de N1- en N2-leerling, omdat het een dik (378 blz.) boek is. Het verhaal staat misschien ver van de leerlingen af, omdat de hoofdpersoon een man van in de veertig is. Aan de andere kant zijn veel leerlingen bekend met verschijnselen als Second Life, dat een belangrijke rol in het verhaal speelt. Dat maakt de gebeurtenissen misschien niet herkenbaar, maar wel voorstelbaar. |
|
Interesses |
Leerlingen met interesse in de digitale wereld zullen zich in het boek herkennen. Het boek is meer gericht op jongens dan op meisjes, omdat er meer mannelijke personages in het boek voorkomen dan vrouwelijke. Verder zitten er spannende achtervolgingen en ontwikkelingen in en speelt het liefdesleven geen echte rol van betekenis (pas in het laatste hoofdstuk). Het is dus meer een jongensboek dan een meisjesboek. |
|
Algemene kennis |
Cel doet een beroep op de algemene kennis met betrekking tot de digitale en virtuele wereld. Verder is het belangrijk dat de leerling enige kennis van zaken heeft van het bedrijfsleven. Verder komen er juridische mogelijkheden en onmogelijkheden in het boek naar voren op het gebied van identiteitsfraude. Niet iedere N1-lezer zal deze kennis bezitten. |
|
Specifieke culturele en literaire kennis | Het boek doet geen beroep op algemene literaire kennis. Daarom is het geschikt voor leerlingen op N1 en N2. De uitdaging, vooral op N2, zit in het willen nadenken over de impact van identiteitsfraude op het totale mens zijn. |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire |
Het vocabulaire vormt geen probleem. |
|
Zinsconstructies |
De zinsconstructie varieert van alleen een hoofdzin tot een samengestelde zin met hoofd- en bijzin. Het zijn meest beschrijvende zinnen afgewisseld met dialogen. |
|
Stijl |
De stijl is eenvoudig: het boek bevat geen beeldspraak, geen ingewikkelde zinnen en de directe rede wordt veel gebruikt. Het boek bevat voor leerlingen bekende terminologie, die hoort bij computers en internet. Opvallend is dat mailtjes een ander lettertype hebben. |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters |
Michael is de hoofdpersoon en je ziet bij hem de psychologische impact van identiteitsfraude (m.n. in zijn bellilogs). Door het ik-perspectief zie je alles door zijn ogen. Andere personages zijn duidelijke helpers of tegenstanders van de hoofdpersoon, waarbij de meeste personages types zijn en een klein aantal personages meer ontwikkeld is dan andere. Het is voor N1-lezers een uitdaging om alle personages onder te verdelen in helpers en tegenstanders. |
|
Aantal karakters |
Er komen veel verschillende personages in het boek voor wat een complicerende factor is voor zowel N1- als N2-lezers. Een N3-lezer zal al beter het verschil kunnen zien tussen een voorbijganger en een personage met een substantiële rol. |
|
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | Doordat de personages duidelijk ingedeeld kunnen worden in helper en tegenstander zijn alle onderlinge verhoudingen zeker voor N3-lezers makkelijk te doorgronden. |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning |
De spanning zit met name in de hoeveelheid spannende gebeurtenissen en achtervolgingen, die ook nog eens vlot en meeslepend geschreven zijn. Bespiegelingen komen met name voor in Michaels 'bellilog', waarin hij in de derde persoon over zichzelf schrijft: 'Hij is zo snel, hij is al vergeten wat hij heeft gedaan voordat hij weet dat hij het heeft gedaan.' Voor N1-lezers zal deze manier van schrijven even wennen zijn. |
|
Chronologie |
Het boek is chronologisch verteld. Er komen geen grote tijdsprongen voor. Bovendien zijn er veel duidelijke tijdsaanduidingen. Het boek start op 20-7-2006 en eindigt op 5-10-2006. De korte flashbacks bestaan over het algemeen uit niet meer dan een paar zinnen. |
|
Verhaallijnen |
Er is sprake van één verhaallijn. Door de complexe plot is deze verhaallijn voor N1- en beginnende N2-lezers niet heel erg makkelijk te volgen. Het is voor N1-lezers zeker een uitdaging om de plot goed samen te vatten. |
|
Perspectief |
Het boek hanteert het ik-perspectief in de verleden tijd. Daarnaast komen de bellilogs (weblog van de hoofdpersoon Michael Bellicher) voor die in de tegenwoordige tijd zijn geschreven. N1-lezers zullen hier aan moeten wennen.Er komen veel verschillende personages in het boek voor wat een complicerende factor is voor zowel N1- als N2-lezers. Een N3-lezer zal al beter het verschil kunnen zien tussen een voorbijganger en een personage met een substantiële rol. |
|
Betekenis |
Op elk niveau kunnen leerlingen zich bezig houden met de gevolgen van identiteitsfraude. Een N1-leerling ziet waarschijnlijk alleen de gevolgen die in het verhaal naar voren komen en zal deze gebeurtenissen niet in twijfel trekken. Een N2-leerling zal kunnen inzien dat sommige gebeurtenissen niet reëel zijn, maar in het boek gebruikt zijn om spanning te creëren. Een N3-leerling zal zich af kunnen vragen wat de invloed van identiteitsfraude is op de totale mens en zich mogelijk interesseren voor de psychologische implicaties van identiteitsfraude. Zij kunnen ook reflecteren op hun eigen handelen naar aanleiding van dit boek. |
Relevante bronnen voor docenten |
|
charlesdentex.nl | website van Charles den Tex scholieren.com | boekverslag door docent Kees van der Pol |