Docenten Nederlands 15-18 | niveau 1 | Kom Atir kom
Introductie
Agnita de Ranitz (Den Haag, 1952) schrijft vooral historische romans. Ze studeerde kunstgeschiedenis en egyptologie in Parijs en vestigde zich na haar huwelijk in Frankrijk. Ze gaf in Frankrijk 30 jaar lang pianoles en was ook gemeenteraadslid in haar Franse woonplaats. De Ranitz deed uitvoerig onderzoek voor haar historische roman Kom Atir kom (2020). Ook maakte zij dezelfde reis, deels te voet, deels per automobiel. In 2021 verscheen In de voetsporen van Zarafa. Dit is een soort reisgids waarmee men de voettocht van Zarafa per auto kan nareizen. Over de eerste neushoorn in Nederland schreef ze de historische roman Clara (2022).
Inhoud
Kom Atir kom is het historische en geromantiseerde verhaal over de zegetocht die de giraf Zarafa in 1827 door Frankrijk maakt. Zarafa wordt begeleid door een dierkundige, een aantal verzorgers en een dozijn zoogdieren, waaronder koeien die dagelijks vele liters melk voor Zarafa leveren. De voetreis van 880 km is een unieke onderneming die veel bekijks trekt: een giraf hadden de meeste Fransen nog nooit gezien. Tijdens de tocht van 42 dagen zijn er nogal wat incidenten; die geven het verhaal spanning en vaart. Al weet je dat Zarafa aan het eind van het verhaal Parijs wel zal bereiken en dan in een dierentuin ‘tentoon wordt gesteld’, de vraag is wat er onderweg allemaal gebeurt: zal de zwakke zoöloog en huiskamergeleerde Saint-Hilaire ongeschonden de eindstreep halen? Wordt de consciëntieuze verzorger Atir tegen zijn zin meteen naar huis gestuurd als de tocht is volbracht? Hoe zal de ontvangst in Parijs zijn? De jonge Atir uit de titel is moslim, hij is opgegroeid in een Soedanees dorp en ooit slaaf geweest. Uiteraard is hij zwart, wat begin 19e eeuw een bezienswaardigheid is in Frankrijk. Hij vormt een scherpe tegenstelling met de oude, katholieke Saint-Hilaire, Parijzenaar en gevierd geleerde. Aanvankelijk staat de zoöloog kritisch en soms afwijzend tegenover Atirs handelingen vanwege diens herkomst. Maar dat verandert duidelijk in de loop van het verhaal. De groeiende sympathie en de opvallende toenadering verlevendigen het verhaal dat gaandeweg de route wat eentonig dreigt te worden. Tot slot: de lezer kan gemakkelijk onderscheid maken tussen historie en fictie doordat achter in het boek een uitgebreide sectie noten staat die de historische achtergronden verduidelijken.
Moeilijkheid
Voor lezers van niveau 1 en 2 is Kom Atir kom een onderhoudend en goed leesbaar boek. Je loopt als het ware mee met de stoet van begeleiders en verzorgers die Zarafa en een dozijn andere dieren omringen. Er komen weliswaar vrij veel verouderde en Franse woorden in het boek voor, maar die belemmeren het lezen niet of nauwelijks. Het eerste hoofdstuk is misschien nog wat lastig: het doet verslag van een erg formeel familiediner (anno 1825!), waar de dierkundige Saint-Hilaire over zijn ‘rariteitenkabinet’ vertelt, dat gevuld is met allerlei ‘monsters’ uit de natuur. Zodra in Marseille de voorbereidingen op de reis beginnen, is het allemaal goed te volgen. Het verhaal wordt in korte, dagboekachtige hoofdstukjes door de twee hoofdpersonen verteld: de zoöloog Etienne Saint-Hilaire, een oude geleerde, en de jonge Soedanees Atir die met de giraf is meegekomen vanuit zijn vaderland. De meeste gebeurtenissen en ontwikkelingen beleef je twee keer doordat die afwisselend door beide personen weergegeven worden, maar elk vanuit hun eigen perspectief. De naam van de verteller van elk hoofdstuk staat bovenaan de pagina’s. De schrijfster heeft een aantal verzonnen wendingen in het verhaal verwerkt die de spanning en het leesplezier moeten verhogen. Ervaren lezers zullen het boek misschien wat kinderlijk of te rechtlijnig vinden. De karakters zijn niet diep uitgewerkt, Atir is van begin af aan een doodgoeie jongen, hoofdverzorger Hassan de kwade genius, Saint-Hilaire het prototype van een geleerde. Hij mist zijn vrouw, maar vooral zijn Parijse laboratorium. De beschrijving van de tocht is niet zeer spectaculair, maar onverwachte voorvallen en ongelukken onderweg zorgen mogelijk voor zin om verder te lezen. Een opmerkelijk aspect is de benadering door de Parijse geleerde (en zijn zoon) van een schijnbaar ongeletterde, dorpse Soedanees. Het superioriteitsgevoel van de Fransen tegenover Afrikanen (of is het puur racisme?) krijgt gaandeweg het verhaal wel nuances.
Didactische en letterkundige analyse
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid |
De leerling moet in staat en bereid zijn een uitvoerig verslag (328 pagina’s exclusief o.a. nawoord, noten en bibliografie) van een opmerkelijke, historische voetreis anno 1827 te lezen. |
|
Interesses |
Enige belangstelling voor een bijzondere gebeurtenis van twee eeuwen geleden is onontbeerlijk. Ook interesse in exotische dieren, in dit geval een giraf, én in de ideeën van het Darwinisme helpen zeker. Oog en waardering voor de weergave van tegenstellingen in culturele achtergrond (Europa – Afrika) anno 19e eeuw zullen het leesplezier verhogen. |
|
Algemene kennis |
Eigenlijk niet nodig. De opkomst van het Darwinisme in de vorm van de ideeën van Jean-Baptiste de Lamarck wordt kort genoemd en uitgelegd. Ook worden bijzondere schepsels uit de levende natuur besproken: de zoöloog verzamelt zulke creaturen in zijn rariteitenkabinet uit wetenschappelijke nieuwsgierigheid. De uitleg van een en ander is zonder voorkennis goed te volgen. |
|
Specifieke literaire en culturele kennis |
In de roman worden 19e-eeuwse Franse schilders en schrijvers genoemd, maar de noten achter in het boek geven nadere informatie over wie zij waren. |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire |
Geen grote problemen. Wel komen er Franse en soms ‘vreemde’ of archaïsche woorden (‘snoodaard’, ‘bezwadderen’) in de roman voor, maar die hinderen het volgen van het verhaal niet of nauwelijks. Uit de context blijkt vaak wat een vreemd woord betekent, zoals de ‘babouches’ die Atir aan zijn voeten draagt. |
|
Zinsconstructies |
Niet lastig. Doordat het grootste deel van het boek bestaat uit een soort dagboeknotities, voelt de lezer zich direct bij de gebeurtenissen betrokken. Zeker voor N1-lezers is dat prettig. De hoofdstukken van Atir zijn qua zinsbouw iets gemakkelijker te lezen dan die van Saint-Hilaire. De schrijfster heeft duidelijk geprobeerd het taalgebruik in de dagboekfragmenten af te stemmen op de achtergrond van de verteller van elk hoofdstuk. |
|
Stijl |
Zie boven. Door de dagboekstijl kruipt de lezer ‘in de huid’ van degene die het verslag doet. Die dagboekstijl is soms wat onrealistisch. Zowel Saint-Hilaire als Atir noteren of ‘zeggen’ af en toe zaken in hun relaas die je normaal gesproken niet in een dagboek schrijft. Een voorbeeld: op bladzijde 98 beschrijft Saint-Hilaire het wapenschild van de koning. |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters |
Atir en Saint-Hilaire zijn naast de giraf zelf de hoofdfiguren. Je krijgt het reisverslag ook als door hun ogen gezien. De giraf speelt wel een hoofdrol, maar is nauwelijks een karakter te noemen. Vooral Atir zoekt contact met het dier door tegen haar te praten. Daardoor krijgt Zarafa iets menselijks. |
|
Aantal karakters |
Geen probleem. Er zijn veel bijfiguren die kort aandacht krijgen als er weer een dorp of stad wordt aangedaan. |
|
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters |
Er zijn twee persoonlijke verhoudingen die een ontwikkeling doormaken: die tussen Atir en Saint-Hilaire en vervolgens die tussen Atir en Hassan. Saint-Hilaire laat zijn reserves (die je nu misschien racistisch zou noemen) tegenover Atir varen; hij gaat hem zelfs steeds meer waarderen, zeker nadat het verraad van Hassan is uitgekomen. |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning |
De spanning zit in de gebeurtenissen onderweg en de hindernissen die de karavaan moet overwinnen om Parijs te bereiken: een gevaarlijke overtocht over de Durance, ongelukken met de giraf, de valse beschuldigingen aan het adres van Atir die de verhouding tussen Saint-Hilaire en Atir op scherp zetten en pas na verloop van tijd ontzenuwd worden. |
|
Chronologie |
De voetreis wordt strikt chronologisch weergegeven. Natuurlijk zijn er flashbacks, maar deze vormen geen enkel probleem. |
|
Verhaallijn(en) |
In feite is er maar één verhaallijn: de reis van de giraf vanuit Egypte via Marseille naar Parijs en de ervaringen van de verzorgers en begeleiders van Zarafa op deze tocht. |
|
Perspectief |
Er zijn, los van de verteller in de proloog en epiloog, twee vertelinstanties: Saint-Hilaire en Atir. Steeds is bij elk hoofdstukje aangegeven wie de verteller (dagboekschrijver) is. Wie dat in de gaten houdt, heeft met het perspectief geen probleem. |
|
Betekenis |
Het verhaal is wat het is: een reisverslag van een giraf door het Frankrijk uit de jaren twintig van de 19e eeuw. Het boek ontleent zijn waarde aan de bijzondere omstandigheden: vrijwel niemand langs de route had ooit een giraf gezien. Het laat daarmee zien dat ‘vermaak’ 200 jaar geleden een andere dimensie had dan tegenwoordig. |
Relevante bronnen voor docenten |
|
Website van de auteur |
Externe leestips |
|
Agnita de Ranitz, Clara |
Auteur docentinfo |
|
Jan Erik Grezel |