Docenten Nederlands 15-18 | niveau 1 | Het zwijgen van Maria Zachea

Introductie

Judith Koelemeijer (1967) schreef volgens de biografie op haar website als kind al graag verhalen. Na een studie Nederlands en Culturele Studies deed ze een korte journalistieke opleiding en werkte ze enige jaren voor de Volkskrant. Het liefst maakte ze reportages waarin 'gewone mensen met bijzondere verhalen' aan het woord kwamen. In de avonduren schreef ze aan haar familiegeschiedenis die in 2001 als Het zwijgen van Maria Zachea uitkwam. Het werd een bestseller. Er zijn inmiddels meer dan een kwart miljoen exemplaren van verkocht.
Sinds 2000 wijdt Koelemeijer zich helemaal aan het schrijverschap. Een van haar recente boeken is Hemelvaart, over de dood van een jeugdvriendin tijdens een vakantie op een Grieks eiland.
Koelemeijer geeft ook cursussen 'literaire non-fictie' en 'verhalende journalistiek', in samenwerking met Frank Westerman en Jan Brokken.
Momenteel werkt Koelemeijer aan een grote biografie van de Joodse schrijfster Etty Hillesum (1913-1943). Het boek wordt in 2020 verwacht. 

Inhoud

Eind jaren tachtig. Een oude (groot)moeder heeft een hersenbloeding gehad en is daardoor hulpbehoevend. Haar twaalf volwassen kinderen gaan om beurten voor haar zorgen. De verwachting is dat zij niet lang meer zal leven, maar de oude moeder houdt het nog acht jaar vol. Ze hult zich steeds meer in stilzwijgen tot ze helemaal niets meer zegt.
Een kleinkind, de journaliste Judith Koelemeijer, raakt geïntrigeerd door het beeld van haar zwijgende grootmoeder. Judith vraagt zich af hoe die vrouw dertien kinderen heeft grootgebracht (één jongen is rond zijn twintigste overleden) en zij gaat op zoek naar de geschiedenis van haar familie. Wat denken de twaalf kinderen (haar ooms en tantes van vaderszijde) over hun moeder, nu ze avond aan avond tegenover haar zitten. Wat weten ze van haar? Wat weten ze eigenlijk van elkaar? Hoe kijken ze terug op hun gezamenlijke jeugd in de jaren vijftig en zestig?
Hun verhalen zijn onthullend. Ook al leefden ze vroeger onder één dak, dicht op elkaar, de broers en zussen blijken elkaar nauwelijks te kennen. Iedereen hield zijn zorgen voor zichzelf en zweeg. En alle twaalf bewaren ook heel verschillende herinneringen aan het ouderlijk huis. Ze vertellen elk hun eigen verhaal: de keurige oudste dochters die zo laat trouwden, de 'professoren' die in de stad studeerden, de 'werkers' die het hoveniersbedrijf van hun vader overnamen, de 'kleintjes' die de vrijheid veroverden.

Moeilijkheid

Het zwijgen van Maria Zachea is een zeer makkelijk leesbaar boek. Leerlingen van N1 die geïnteresseerd zijn in familiegeschiedenissen tegen de achtergrond van maatschappelijke veranderingen, zullen dit een fijn boek vinden. Ook voor leerlingen die zich willen verdiepen in familierelaties – vooral die in de jaren vijftig en zestig – is het een aanrader.
Een probleem is misschien dat de familiegeschiedenis zich in een andere tijd afspeelt. Leerlingen moeten zich kunnen verplaatsen in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw en moeten de conflicten kunnen begrijpen die toen speelden in gezinnen, zoals ontkerkelijking, politieke bewustwording, vrouwenemancipatie. Van een duidelijke identificatie met jonge mensen in het boek zal waarschijnlijk geen sprake zijn, tenzij ze conflicten binnen gezinnen in een algemeen perspectief kunnen zien.

Dimensies 

Indicatoren 

Toelichting | complicerende factoren 

Algemene vereisten 

Bereidheid  Het boek is met gemak te lezen, ook voor een N1-lezer. De toon is licht, de zinnen zijn opvallend eenvoudig. De omvang van 250 pagina’s is geen bezwaar, de pagina’s zijn niet dichtbedrukt en het verhaal zoals dat door de twaalf 'kinderen' verteld wordt, is zeer overzichtelijk.
Wel moet de lezer zich kunnen verplaatsen in een familiegeschiedenis die zestig tot zeventig jaar geleden speelde. De conflicten in het gezin horen bij die tijd. De lezer moet bereid zijn om zich te verdiepen in problemen die misschien wat ver van hem afstaan.
  Interesses  Dit is geen roman, maar een relaas van twaalf broers en zusters over hun ouderlijk huis. De twaalf verhalen vormen tezamen een afgerond, waargebeurd geheel. Voor de lezer die geïnteresseerd is in een familiegeschiedenis die pakweg de jaren vijftig tot zeventig van de vorige eeuw omvat, is het boek een aanrader.
Een dragend element in het boek is de zorg voor de moeder. Voor lezers die belangstelling hebben voor of ervaring hebben met mantelzorg heeft het boek ook zeker wat te bieden. De twaalf volwassenen nemen de zorg voor de moeder bij toerbeurt op zich en ieder doet dat op z’n eigen manier.  
  Algemene kennis  Het helpt als de lezer enigszins een beeld heeft van het leven van grote gezinnen in de jaren vijftig en zestig. Niettemin krijgt de lezer juist door het boek ook inzicht in de manier waarop het in zo’n groot gezin eraan toeging in die tijd.
Hetzelfde geldt voor de situatie van de moeder. Wie enige kennis heeft van (de omgang met) dementerende ouderen, herkent veel in het boek.
Het boek geeft daarnaast een tijdsbeeld van de jaren vijftig en zestig. Enige kennis van de grote maatschappelijke veranderingen (ontkerkelijking, democratisering, seksuele revolutie, invloed van het marxisme, feminisme, nieuwe cultuuruitingen zoals popmuziek) maakt het lezen nog eenvoudiger waardoor de heftige conflicten die ontstaan beter begrepen worden.
  Specifieke literaire en culturele kennis  n.v.t.

Vertrouwdheid met literaire stijl 

Vocabulaire  Eenvoudig. Voor een N1-lezer geen probleem.
  Zinsconstructies  Geen probleem. 
  Stijl  Sober. Er is weinig beeldspraak, de stijl is uitermate direct. Dat is prettig voor lezers van N1.

Vertrouwdheid met literaire personages 

Karakters  Het gaat hier niet om literaire personages. Van de volwassen kinderen die 'aan het woord' zijn, krijg je wel een beeld doordat de schrijfster de personen laat spreken en denken in de derde persoon. Ze kruipt in hun huid. Dat gaat zo ongemerkt dat dit procedé geen problemen oplevert, ook niet voor N1-lezers. Bijvoorbeeld: 'Hij vroeg zich soms af of moe ooit naar kinderen had verlangd. Had zij alle dertien echt willen hebben? Had ze hém willen hebben?' (Jan, p. 79) 
  Aantal karakters  Er zijn twaalf volwassen kinderen en de moeder. Daarnaast is er de schrijfster (een kleinkind van Maria), maar die is alleen in het 'Vooraf' direct aan het woord.
De vader komt ook regelmatig in beeld en er is Jos, de oudste zoon die als twintiger omkomt in militaire dienst.
  Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters  Het gaat hier niet om 'de ontwikkeling'. De relaties tussen de kinderen en de ouders en tussen de broers en zusters onderling staan wel op de voorgrond. Deze verhoudingen worden duidelijk beschreven en zijn begrijpelijk voor de N1-lezer.

Vertrouwdheid met literaire procedés 

Spanning  Echte spanning ontbreekt in het boek. Wel is er gaandeweg sprake van een soort raadsel: waarom zwijgt de moeder toch zo hardnekkig? De N2-lezer waardeert de psychologische spanning meer dan de N1-lezer.  
  Chronologie  De verhalen staan min of meer in chronologische volgorde doordat het boek begint met het relaas van de oudste dochter en eindigt met dat van de jongste zoon. Maar de verhalen overlappen elkaar wel, doordat broers en zussen die vlak na elkaar geboren zijn, deels over dezelfde periode vertellen.  
  Verhaallijn(en)  Niet van toepassing. Van elk 'personage' wordt een soort fragmentarische biografie gegeven: het gaat om het levensdeel dat de persoon deelt met leden van het gezin, naast school en werk. Dus de relatie tot de moeder, de vader en de andere broers en zusters wordt belicht. Het werk is vooral van belang voor de ouderen. De oudste vier broers gaan (moeten?) 'in de zaak', het hoveniersbedrijf van de vader. De jongeren krijgen de kans naar school te gaan en te studeren. De verhaallijnen zijn deels vervlochten, maar ze zijn goed te volgen.
  Perspectief  Geen probleem. Door de hoofdstuktitels is volstrekt duidelijk over wie het hoofdstuk gaat. Wel is het noodzakelijk in te zien dat ieder voor zich vertelt over de periode thuis. Die periodes overlappen voor kinderen die vlak na elkaar zijn geboren.
  Betekenis  Het zwijgen van Maria Zachea geeft een portret van een groot gezin in de jaren veertig, vijftig en zestig van de 20e eeuw tegen de achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen. Het verhaal wordt vanuit het nu (dat is rond het jaar 2000) verteld, dus in retrospectief.
De kern van de familiegeschiedenis is dat het leven in zo’n groot gezin voor de meeste gezinsleden een kwestie was van 'aanpakken', 'niet lullen maar poetsen'. Problemen, die in elk gezin voorkomen, werden - anders dan in latere decennia het geval was – meestal niet besproken. Dat is één betekenis van de titel: de moeder zweeg vroeger vooral.
De titel verwijst ook naar de situatie van nu: de moeder zegt nauwelijks nog iets totdat ze helemaal zwijgt. Ze raakt door dementie steeds meer in zichzelf gekeerd.
De titel krijgt door het verhaal dus een dubbele betekenis. Dat is voor een N1-lezer misschien niet zo snel duidelijk. Een N2-lezer heeft daar minder problemen mee.

Relevante bronnen voor docenten 

  judithkoelemeijer.nl | website van de schrijfster
trouw.nl | interview met de schrijfster n.a.v. het verschijnen van het boek in 2001