Docenten Nederlands 15-18
| Leesniveaus
Niveau 1: belevend lezen
Leerlingkenmerken
- heeft weinig ervaring met het lezen van fictie
- houdt niet van lezen, leest omdat het moet
- heeft een laag leestempo
- vindt het niet prettig om lang over een boek te praten
- wil door een boek worden geamuseerd
Doelen
- belevend leren lezen
- gemotiveerd raken om te lezen
- interesse ontwikkelen voor bepaalde genres en onderwerpen
Boekkenmerken
- niet te dik
- gaat over bekende onderwerpen
- de gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op
- eenvoudige opbouw van het verhaal
- bevredigend einde
- amuseert de lezer (spannend, dramatisch, humoristisch, sensationeel)
Niveau 2: herkennend lezen
Leerlingkenmerken
- heeft positieve ervaringen met het lezen van fictie
- vindt het fijn om personages, situaties en gebeurtenissen in een boek te herkennen
- vindt het leuk om met klasgenoten over een boek te praten
- wil zich vooral met een boek ontspannen
Doelen
- herkennend leren lezen
- interesse ontwikkelen voor nieuwe genres en onderwerpen
Boekkenmerken
- voor jongeren herkenbare onderwerpen en personages
- dramatisch, meeslepend verhaal
- verhaal heeft weinig obstakels (tijdsprongen, perspectiefwisselingen, meerdere verhaallijnen, open plekken)
- eventueel een open einde
Niveau 3: reflecterend lezen
Leerlingkenmerken
- heeft positieve ervaringen met het lezen van eenvoudige literaire romans
- is geïnteresseerd in onderwerpen die spelen in de wereld van volwassenen
- vindt het interessant om te horen wat klasgenoten van een boek vinden en er samen over te discussiëren
- wil door het boek nieuwe werelden ontdekken en aan het denken worden gezet
Doelen
- reflecterend leren lezen
- horizon verbreden
- interesse ontwikkelen voor verteltechniek
Boekkenmerken
- het onderwerp hoeft niet aan te sluiten bij de leefwereld van jongeren
- morele, maatschappelijke en psychologische kwesties worden genuanceerd uitgewerkt en roepen discussie op
- er kan een levensles uit het boek worden gehaald
- het boek kan hier en daar ingewikkeld in elkaar zitten (perspectiefwisselingen, tijdsprongen, verschillende verhaallijnen)
- er is een diepere betekenislaag
Niveau 4: interpreterend lezen
Leerlingkenmerken
- heeft belangstelling voor literaire romans en heeft daar ook redelijk veel ervaring mee
- is geïnteresseerd in verteltechniek
- wil doordringen in niet-alledaagse, soms complexe personages, situaties en gebeurtenissen
- vindt het uitdagend om een tekst te analyseren en te zoeken naar diepere betekenislagen
Doelen
- interpreterend en esthetisch leren lezen
- interne verbanden leren leggen (zoals oorzaak, gevolg, motieven)
- ontwikkelen esthetisch besef (literatuur als kunstvorm)
Boekkenmerken
- kan veel inspanning en tijd van de lezer vergen
- veronderstelt veel algemene, soms ook specifieke kennis (bijvoorbeeld cultuurhistorische kennis)
- het verhaalverloop en het gedrag van personages zijn minder goed voorspelbaar
- de verhaalstructuur kan complex zijn, kan veel inspanning van de lezer vragen
- vaak meerduidige betekenis
Niveau 5: letterkundig lezen
Leerlingkenmerken
- heeft belangstelling voor literaire klassiekers en belangrijke schrijvers
- is geïnteresseerd in de achtergronden en literair-historische context van een boek
- heeft oog voor de literaire stijl en kan daarvan genieten
- legt binnen de tekst verbanden op meerdere niveaus
- brengt het boek gemakkelijk in verband met andere media en de wereld buiten de tekst
- vindt het leuk en uitdagend om zich te verdiepen in taal, literatuur en cultuur
Doelen
- letterkundig leren lezen
- tekstinterne en tekstexterne verbanden leggen
- ontwikkelen van interesse voor poëtica en stijl van auteur
Boekkenmerken
- doet beroep op culturele, poëticale en literaire kennis
- personages en thematiek staan ver af van de leefwereld van de jongeren; de inhoud kan complex zijn
- taalgebruik en literaire conventies kunnen afwijkend of (zeer) gedateerd zijn
- complexe structuur en betekenis (meerduidig, impliciet)
Niveau 6: academisch lezen
Leerlingkenmerken
- gedreven, ambitieuze lezer van literatuur, kent veel teksten uit de wereldliteratuur
- is geïnteresseerd in academische benadering van literatuur
- kan de tekst vanuit verschillende invalshoeken benaderen en interpreteren (psychologisch, filosofisch, sociologisch, et cetera)
- ziet intertekstuele verbanden
- vindt het interessant om eigen leeservaringen uit te wisselen met experts
- leest om vat te krijgen op de wereld en op zichzelf
Doelen
- academisch leren lezen
- intertekstuele verbanden leggen
- literatuurwetenschappelijk onderzoek doen
Boekkenmerken
- veronderstelt veel algemene, culturele en literaire kennis
- vraagt soms ook specialistische kennis van literair-historische context
- kan impliciete verwijzingen bevatten naar klassieke motieven (de Bijbel, mythologie)
- kan verwijzen naar andere teksten en cultuuruitingen
- geraffineerde, soms experimentele stijl
- rijke en gelaagde betekenis, vaak moeilijk te doorgronden