Docenten Nederlands 12-15 | niveau 2 | Oever
Introductie
Ludwig Volbeda (1990) studeerde illustratie aan de kunstacademie in Breda. In 2018 won hij Het Gouden Penseel, de prijs voor het best geïllustreerde kinderboek, voor het boek Fabeldieren dat hij samen met Floortje Zwigtman maakte. In 2021 won hij deze prijs opnieuw voor zijn bijdrage aan het boek Hele verhalen voor een halve soldaat, geschreven door Benny Lindelauf. Volbeda heeft een fascinatie voor allerlei kleine dingen, zoals knoopjes en kevers. Hij haalt zijn inspiratie uit literatuur, geschiedenis, landschappen, fotografie, poëzie en strips. Oever (2024) is zijn debuutroman. Het boek is uitgeroepen tot 'Regenboogboek van het Jaar 2024'.
Inhoud
Let op: deze tekst bevat details over de inhoud en afloop van het verhaal en kan je leesplezier bederven.
Het boek Oever gaat over de introverte, middelbare scholier Jip. Jip wil later graag biologie gaan studeren en houdt enorm van tekenen. Jip heeft een opdracht van school voor de meivakantie: teken een zelfportret. Dat zou een gemakkelijke opdracht moeten zijn voor iemand met zoveel tekentalent. Gaandeweg het boek snappen we waarom deze opdracht zo moeilijk is. Jip twijfelt sterk aan haar identiteit: ze is geboren als meisje, maar is ze wel echt een meisje? Op de basisschool voelt Jip zich een buitenstaander (‘een restje’) tussen haar klasgenoten. Tot het moment, in groep 7, dat Oever in Jips leven komt: ze worden vrienden. Voor het eerst voelt Jip de behoefte om bij iemand te willen zijn. Als ze ouder zijn en op de middelbare school zitten, neemt Oever afstand van Jip. Jip komt erachter wat de reden hiervoor is: Oever wordt door zijn vrienden uitgemaakt voor ‘homo’, omdat zijn vriendinnetje eigenlijk zijn vriendje is. Later verhuist Oever en verwatert de vriendschap. Aan het einde van het boek durft Jip, als jongen, in de spiegel te kijken en voltooit hij het zelfportret.
Moeilijkheid
Oever is een boek dat de (beginnende) N2-lezer zal uitdagen op het gebied van stijl en thematiek. Het boek bevat veel metaforen die informatie geven over het decor en de hoofdpersoon. De N1-lezer zal door de relatief korte hoofdstukken en zinnen in combinatie met de illustraties denken dat het boek gemakkelijk leest. Maar doordat je vooral de gedachten van de hoofdpersoon Jip leest en je niet precies weet wat er met Jip aan de hand is, kan er snel voorbij worden gegaan aan de vraagstukken waarmee Jip worstelt. Met name ervaren N2- en N3-lezers zullen door deze zoektocht naar identiteit, die ook veel tussen de regels door wordt beschreven, aan het denken worden gezet.
Didactische en letterkundige analyse
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid |
De dikte van het boek zal geen grote bereidheid vragen van N2- en N3-lezers. Het verhaal bevat vrijwel geen actiespanning wat een struikelblok kan zijn voor de N1-lezer. De ruime bladspiegel en illustraties zullen de N1-lezer over de streep kunnen trekken. |
|
Interesses |
Dit boek is met name geschikt voor lezers die geïnteresseerd zijn in (het ontdekken van) identiteit en de invloed van vriendschap(pen) hierop. |
|
Algemene kennis |
Niet vereist. |
|
Specifieke literaire en culturele kennis |
Als een lezer enige ervaring heeft met het lezen van boeken met open plekken en bekend is met beeldspraak, helpt dit om het verhaal te duiden. |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire |
Geen probleem vanaf N1. |
|
Zinsconstructies |
De veelal korte zinnen worden af en toe afgewisseld met langere zinsconstructies. Geen probleem voor alle niveaus. |
|
Stijl |
Het verhaal bevat veel metaforen en weinig dialoog: er gebeurt veel tussen de regels door. Daarnaast lees je vooral de, vaak precieze en kleine, observaties en gedachten van hoofdpersoon Jip. Dit wordt versterkt door het feit dat het gehele boek bestaat uit brieven geschreven door Jip; dat maakt het lastig voor N1-lezers. Bij het genre briefroman is een opdracht gemaakt (N1). |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters |
Jip is de introverte hoofdpersoon. Het blijft lang onbekend dat Jip als meisje geboren is. Meer ervaren lezers zullen de hints oppikken die duidelijk maken dat Jip zich geen meisje maar een jongen voelt. Concreet wordt dit aan het einde van het boek benoemd door Jip. N1- en N2-lezers zullen het gender invullen vanaf het begin, voor N3-lezers kan dit meer openstaan. Bij het thema ‘identiteit’ is een opdracht gemaakt (N2). Oever en de jongen waar Jip verliefd op is, zijn belangrijk voor de ontwikkeling van Jip. De ouders en klasgenoten van Jip spelen een bijrol. |
|
Aantal karakters |
Het aantal karakters levert voor geen van de niveaus problemen op. |
|
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters |
Oever en de naamloze jongen op wie Jip verliefd is, zijn van grote invloed op de ontwikkeling van Jip. Oever laat Jip voor het eerst ervaren dat ze zich meer jongen dan meisje voelt. Concreet wordt dit pas aan het einde van het boek beschreven, wat de ontwikkeling gedurende het verhaal lastig te volgen maakt voor N1. Met name N3-lezers zullen eerder in het verhaal de signalen oppikken die laten zien dat de hoofdpersoon worstelt met het identiteitsvraagstuk, dat ook verklaart waarom het maken van een zelfportret zo’n grote opgave is. |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning |
Er is alleen sprake van psychologische spanning. Vragen die aan het begin van het boek spelen, worden laat in het verhaal beantwoord. Dit kan ervoor zorgen dat N1-lezers afhaken. |
|
Structuur |
Het boek is opgedeeld in meerdere dagen: van vrijdag tot de zondag daarop (de duur van de meivakantie). De dagen van de week worden duidelijk aangegeven en bevatten een kleine illustratie. Iedere dag schrijft Jip meerdere brieven (gemiddeld tien) aan de naamloze ‘jij’ op wie Jip verliefd is. De brieven variëren in lengte: van één woord of alinea tot een paar pagina’s. Met name N1-lezers zullen nog niet bekend zijn met het genre briefroman. Hierbij is een opdracht gemaakt (N1). |
|
Chronologie |
Het verhaal wordt chronologisch verteld, maar Jip denkt wel vaak terug aan eerdere momenten en gebeurtenissen. Dit wordt niet altijd duidelijk aangegeven en vormt daarmee een uitdaging voor N1. |
|
Verhaallijn(en) |
Het verhaal bestaat uit één verhaallijn, die vanuit het perspectief van Jip weergegeven wordt. Geen probleem vanaf N1. |
|
Perspectief |
Ik-perspectief vanuit Jip. De uitdaging voor met name N1-lezers zit in het volgen en begrijpen van de gedachtenspinsels van Jip. |
|
Betekenis |
N1-lezers zullen voornamelijk geïnteresseerd zijn in wie Oever is, het voltooien van het zelfportret en de ontluikende liefde tussen Jip en de onbekende 'jij'. Voor de N2-lezers is het interessant om te ontdekken hoe Jip in elkaar steekt: wie is Jip nou precies, waarom voelt Jip zich anders? Waarom is het maken van het zelfportret zo lastig? N3-lezers zullen zelf al meer oog hebben voor het identiteitsvraagstuk waar Jip mee worstelt en de ontwikkeling van Jip. Dat Jip over gedachten en gevoelens schrijft én dit met veel beeldspraak doet, zal de ervaren N3-lezer kunnen waarderen. |
Relevante bronnen voor docenten |
|
Website van de auteur |
Auteur docentinfo |
|
Ilse Hanenburg |